Grens

MONSIEUR JEANETTE / Christio Wijnhard

“Het is gewoon nonsens. Het is een grens die is bepaald door mensen die ver boven de armoedegrens leven.” Dat is de reactie van een meneer die ik vroeg naar zijn mening over onze nieuwe vastgestelde armoedegrens. Zelf dacht ik dat ik enkele maanden in coma had gelegen en op 1 april eruit was ontwaakt. Nog harder heb ik gelachen toen ik het artikel las waarin die commissie uitleg gaf over de totstandkoming van die grens. Daarbij vroeg ik me af of we niet hard moeten nadenken over een onzingrens. De verklaring over hoe men tot de grens is gekomen, zou dan perfect daaronder vallen. “Sorry, commissielid, uw uitleg is ver beneden de onzingrens zoals wij die vastgesteld hebben in Suriname!”

Die definitie ook. ‘Armoede in huishoudens in Suriname kenmerkt zich door gebrek aan inkomen en/of bezit om een basispakket van voedingsmiddelen en andere noodzakelijke goederen en diensten te verwerven die nodig zijn om een menswaardig bestaan te leiden.’ Ik denk dat zij vergeten zijn erbij te vermelden dat dit menswaardige bestaan onder een brug of gewoon op straat geleefd zal moeten worden. Oh ja, en dat het dieet uit water en brood zal bestaan. Of wat onkruid gevonden onder die brug of op straat.

“Ik denk dat de commissieleden ‘Armoedegrensbepaling’ de straat op moeten”

Kenmerkend was ook een ander gedeelte van de uitleg. Het kwam erop neer dat men vond dat er niets mis mee was omdat men dezelfde methodiek had gebruikt zoals men al jaren deed. Dat is natuurlijk de beste graadmeter voor het bepalen of iets goed of fout is. En helemaal niet het probleem waar wij als natie mee te kampen hebben. De beleidsmatige gemakzucht als het om verbeteren van de situatie van de zwaksten onder ons gaat, is triest.

De armoedegrens is bepalend voor beleid. Ook dat zegt men in het artikel. Het lijkt er dus sterk op dat het beleid dan gemaakt wordt met stilstand als doel. Het is jammer dat we aan de kostenkant blijven zeuren over marktconformiteit en internationale normen. Aan de batenkant doen we dat niet.

Bij armoedegrens berekeningen van andere landen, worden ook zaken als huisvesting, toegang tot het internet, gezondheidszorg en onderwijs meegenomen. Bij ons duidelijk niet. Het is net alsof we hebben gekeken naar die basisgoederen die we kregen pre-1863. Een pangi, een pijpje, een ketel, wat tabak en wat afvalvlees. Met net zoveel afstand tot de doelgroep heeft men gewerkt, denk ik. Natuurlijk ook zonder vertegenwoordiging van de doelgroep zelf. Zo hoort dat, toch? Zaken bepalen zonder de personen om wie het gaat te consulteren is een verworvenheid in deze regeerperiode.

“Ze moeten zich schamen!” vervolgde de man van de straat. Daar ben ik het roerend mee eens. Ik denk dat de commissieleden ‘Armoedegrensbepaling’ de straat op moeten. Ik snap dat ze liever in hun kantoortje blijven. Het is prettiger om te kijken in de mooie ogen van de minister dan in de lege, holle ogen van iemand die honger heeft omdat deze leeft van SRD zevenduizendnogwatrommel in de maand.

christiowijnhard@gmail.com