Emeritus hoogleraar prof. dr. Ruben Gowricharn heeft onlangs in Trinidad & Tobago de prestigieuze Girmitya Recognition Award for Outstanding Study & Research on the Indian Diaspora ontvangen van de National Council of Indian Culture (NCIC). De uitreiking vond plaats tijdens het Heritage Festival 2025, ter gelegenheid van de 180ste herdenking van de aankomst van Brits-Indische immigranten in Trinidad. In Suriname is gisteren herdacht dat 152 jaar geleden de eerste Indiase immigranten arriveerden.De NCIC eerde Gowricharn voor zijn “belangrijke bijdragen aan het vakgebied van diasporastudies en zijn niet-aflatende inzet om het begrip van ervaringen, uitdagingen en de impact van de Indiase diaspora over generaties en regio’s heen te verdiepen, met bijzondere aandacht voor de contractarbeidersgemeenschap”. Volgens de organisatie weerspiegelt zijn werk “de wetenschappelijke excellentie en culturele relevantie” die de conferentie wil benadrukken en vieren.Keynote over Girmitiya-onderzoekVoorafgaand aan de uitreiking hield Gowricharn de openingsspeech van de conferentie, getiteld Naar een Girmitiya onderzoeksprogrammering. Hij pleitte daarin voor een breder en systematischer onderzoeksprogramma naar de Girmitiya-gemeenschappen – de afstammelingen van Indiase contractarbeiders – wereldwijd. De term Girmitiyas verwijst in oorsprong naar de contractarbeiders, maar wordt inmiddels ook breder toegepast op de latere generaties in de diaspora.Op basis van zijn binnenkort te verschijnen boek bij uitgeverij Routledge in Londen, waarin hij de Girmitiya-gemeenschappen in Suriname, Guyana, Mauritius en Fiji met elkaar vergelijkt, stelde Gowricharn dat er opvallende overeenkomsten bestaan. Bezoekers aan deze landen krijgen volgens hem gemakkelijk het gevoel familie te ontmoeten: “Ze lijken raciaal op ons, ze vieren dezelfde (veelal religieuze) feestdagen en ze hebben grotendeels dezelfde smaken – in voedsel, muziek, kleding, schoonheid en manieren.”Verschillen tussen Suriname en GuyanaToch waarschuwde Gowricharn dat deze overeenkomsten misleidend kunnen zijn. De verschillen tussen de gemeenschappen zijn groot en vaak bepaald door factoren zoals bevolkingsomvang, herkomstgebied van de immigranten (bijvoorbeeld United Provinces, Bihar of het Madras-gebied), de afstand tot India, koloniale beleidsvoering, en de lokale fysieke omgeving.Aan de hand van Suriname en Guyana illustreerde hij dit contrast: in Guyana wordt nauwelijks nog Hindi of een variant ervan gesproken, er bestond een levensvatbare plantagesector, er ontstond een traditie van arbeids- en sociale strijd, en de gemeenschap ontwikkelde zich mede dankzij ideologieën als nationalisme en socialisme. Surinaamse Girmitiyas misten volgens hem deze elementen.Pleidooi voor systematisch diasporaonderzoekGowricharn signaleerde dat wereldwijd Girmitiya-onderzoek vaak willekeurig en versnipperd is, met een sterke focus op de immigratieperiode en een plotselinge sprong naar het stedelijke leven. Daardoor blijven belangrijke thema’s, zoals de rol van boeren en ondernemers, onderbelicht. Hij pleitte voor een systematisch onderzoeksprogramma dat drie dimensies omvat:- Onderzoek naar de eerste generatie Girmitiyas, zoals de rol van vrouwen en kinderen in het vestigingsproces;- Onderwerpen rond tweede en latere generaties, zoals erfgoedontwikkeling;- Nieuwe thema’s die relevant zijn voor hedendaagse Girmitiya-gemeenschappen.Dogla’s horen erbijEen opvallend aspect in zijn betoog was de oproep tot meer onderzoek naar de dogla’s – kinderen uit relaties tussen Hindostanen en Creolen. Volgens Gowricharn horen ook zij tot de Girmitiya-familie. Hij benadrukte het belang van inzicht in hoe dogla’s zijn ontvangen binnen de gemeenschap en welke invloed zij hebben gehad op de ontwikkeling van die gemeenschappen.Academische infrastructuur noodzakelijkTot slot pleitte Gowricharn voor de opbouw van een academische infrastructuur, waaronder een digitale bibliotheek waarin bestaand en lopend onderzoek toegankelijk wordt gemaakt, naar het voorbeeld van bestaande immigranten-databases. Ook internationale kennisuitwisseling tussen diaspora-gemeenschappen is volgens hem essentieel. Hij sloot af met een waarschuwing: “De taakverdeling blijft een groot probleem, want het is onduidelijk wie wat gaat doen. Maar één ding staat vast: er is nog veel werk te verrichten.”Roy.khemradj@gmail.com
- EINDE RUSLAND TIJDPERK NPS..
- Stg. Vrienden van Suriname stuurt wederom hulpgoederen..
- Gowricharn ontvangt internationale erkenning voor diasporao…..
- Broer gaat zus met houwer achter na; broer ingesloten..
- Nieuw bestuur autorally klub gaat voor innovatie..
- Gajadien: uiteindelijke verkiezingsresultaten rustig afwach…..
- Geestesvader bubblingparties in Nederland is niet meer..
- Suriname vanuit de kappersstoel belicht..
- Kwetsbaar opstellen..
- Hassankhan: “NDP maakte volop gebruik van digitale verslagl…..
- ABOP spreekt waardering uit voor moslimgemeenschap..
- ABOP wenst gemeenschap gezegende Eid-ul-Adha toe..
- Presidentskandidaat Simons spreekt met partijen over priori…..
- WWF-Guianas lanceert drie bosprojecten in Suriname met EU-s…..
- Demissionair..
- Regen, gebed en bezinning markeren begin van Offerfeest..
- Man verwond bij woninginbraak Sir Winston Churchillweg..
- VES: “Wisselkoers politiek of administratief bepalen werkt …..
- NDP: Ied ul-Adha markeert begin van hoop en herstel..
- Regeerakkoord NDP bevat paradox indien VHP niet meedoet..
- President Santokhi: “Regering niet demissionair, volk heeft…..