Gewaarschuwd

SERIEUS!? / Ivan Cairo
Vaak hoor je geluiden dat Surinamers niet naar goede adviezen van landgenoten luisteren. Komt dezelfde boodschap van een buitenlander dan zijn we eerder geneigd om te luisteren en de adviezen zelfs over te nemen en uit te voeren.

Dat schoot dinsdag door m’n hoofd toen ik luisterde naar André Roncaglia, het directielid bij het Internationaal Monetair Fonds, dat Surinames zaak in de IMF-board bepleit. Nu het economische herstelprogramma zijn einde nadert, is hij zich in hoogst eigen persoon komen oriënteren en praten met lokale mensen. Hij wil niet alleen de rapportages lezen richting de eindsprint.

“De vraag is, zal het geld daar terechtkomen waar het moet komen?”

Roncaglia wees op het succes van het programma, één van de weinige in de wereld, maar ook op de uitdagingen. Aan het einde van zijn statement uitte hij een waarschuwing die aan duidelijkheid niets te wensen overliet.
Hij sprak over de stroom oliedollars waarover het land over enkele jaren zal beschikken. “Tot slot wil ik een heel belangrijk punt maken over deze buit, dit loterijticket, wat de Surinamers in de schoot is komen te vallen, namelijk het oliegeld. Het is een regenval. Het is een hoop water dat naar jullie kusten komt. Als de leidingen niet goed zijn aangelegd, zal het water daar waar het moet komen niet bereiken. Het zal in overvloed zijn. De vraag is, zal het geld daar terechtkomen waar het moet komen?”
Deze vraag hoor je sinds de bekendmaking van het investeringsbesluit voor Blok 58 in vrijwel elke discussie die te maken heeft met de verdere ontwikkeling van Suriname. De IMF-topper voerde aan dat de hervormingen die nu worden doorgevoerd pogingen zijn om met de rijkdommen die zullen komen het leven voor burgers die het ‘t hardst nodig hebben aangenamer te maken.
Is het voor een land als Brazilië waar hij vandaan komt al heel moeilijk zulks te doen, voor Suriname wordt dat een nog grotere uitdaging, meent Roncaglia. “Doe het goede op een manier die geluk en voorspoed in de samenleving brengt”, zei hij.
Echter, ik heb de indruk dat sommige politici – en in het verlengde daarvan misschien ook hun politieke partijen – die zich opmaken om na 25 mei 2025 in de regering te komen juist het tegenovergestelde van wat de IMF-topper voorstelt voor ogen hebben. Zo zei een politicus dat mocht hij weer in de regering komen hij allerlei klein grut zal importeren met die oli moni. Hij denkt zelfs aan het weggeven van aandelen aan de bevolking.
Een assembleelid van een andere politieke partij loopt met min of meer dezelfde ideeën rond. Die zegt alle olie-inkomsten te zullen verdelen onder de bevolking. Ik hoop dat Roncaglia tijdens zijn verblijf in Paramaribo ook een gesprek heeft gehad met de politici van de bos-a-moni-stroming. Maar vooral hoop ik dat – mocht hij ze hebben gesproken – wat hij heeft gezegd een beetje tot ze zal zijn doorgedrongen.
ivancairo@yahoo.com