De controverse rondom het rehabilitatieproject Van ’t Hogerhuysstraat – Slangenhoutstraat heeft geleid tot stilstand, letterlijk én bestuurlijk. Dat het project tijdelijk is stilgelegd, eerst door de rechter, daarna op instructie van de president, ontslaat de overheid niet van haar fundamentele plicht om het dagelijkse verkeer in goede banen te leiden. Maar juist daarin verzaakt het ministerie van Openbare Werken. En de burger voelt het, elke dag opnieuw.
De Van ’t Hogerhuysstraat en Slangenhoutstraat vormen geen willekeurige wegen; het zijn hoofdaders van Groot-Paramaribo, cruciaal voor de doorstroming en bereikbaarheid van meerdere wijken. Het stilleggen van het grote project mag dan politiek of juridisch begrijpelijk zijn, het passieve beheer sindsdien is dat niet. De verkeerschaos, verslechterende wegconditie en dichtgeslibde afwatering zijn het gevolg van bestuurlijke stilstand en wellicht erger: een bewust gekozen afwachtende houding.
De demissionaire minister lijkt zich te verschuilen achter het politieke vacuüm van zijn status. Maar ook een demissionaire bewindspersoon draagt verantwoordelijkheid. Het ministerie van Openbare Werken is niet afgeschaft. Het budget is niet bevroren. Het materieel is niet verdwenen. En de behoefte aan basisvoorzieningen, zoals begaanbare wegen en fatsoenlijke afwatering – is groter dan ooit.
Wat zich momenteel afspeelt, voelt als een bestuurlijke strafexpeditie richting het volk.
In Blauwgrond bijvoorbeeld, zijn de binnenwegen nauwelijks nog berijdbaar. De goten staan vol gras en slib, water blijft na elke regenbui dagenlang staan. Functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de besluitvorming laten na wat als minimale plicht beschouwd mag worden: zorgen voor veilige, droge, toegankelijke wijken.
Dat het anders kan, is onlangs bewezen. In de aanloop naar de verkiezingscampagnes was er plots wel materieel beschikbaar. In de tweede en derde week van mei waren er brushcutters, vrachtwagens en mannen in reflectorjasjes zichtbaar in veel wijken.
Toen leek niets onmogelijk. Maar toen de politieke winst uitbleef, verdwenen de werklieden en met hen ook het bestuur.
Een minister mag teleurgesteld zijn in de politieke arena. Maar hij mag die teleurstelling niet projecteren op het volk. Wie zijn publieke taak serieus neemt, blijft die vervullen, ook als de camera’s uit zijn. Zelfs, en misschien juist, in demissionaire tijden.
The post GESTRAFT DOOR OPENBARE WERKEN ..
- Reactie op: ‘Niet de regering, maar DNA…’..
- Toekomstmogelijkheden centraal op onderwijs- en beroepenbeu…..
- A20: Democratisch mandaat is opdracht tot verandering..
- Personeel TCT zegt vertrouwen in directie op..
- OW-minister roept in China bedrijven op in Suriname te inve…..
- AWJ: Geen sprake van vooruitbetaling van USD 96.000 voor hu…..
- Ex-minister Ramdin vindt kritiek op Xaviera Jessurun ontere…..
- NDP waarschuwt voor valse berichten op sociale media..
- Twee Democratische politici beschoten in Minneapolis..
- Ondernemer in Paramaribo beroofd van kilo’s goud door nepag…..
- Strategisch advies voor de aankomende coalitie & de VHP..
- Gewapende overval op woning aan Ramsaranweg: vrouw beroofd …..
- Financiering RVI..
- Brute woningoverval: slachtoffer gekneveld achtergelaten..
- VN-missie in Haïti faalt, Lula wil actie..
- Emanuel Sanvisi: nieuwe muziek, nieuwe missie, zelfde hart..
- Menke verwacht dat verkiezingen bindend worden verklaard..
- Al meer dan 21 aankomende parlementariërs hebben aanvaard b…..
- Plein: ‘Het is overduidelijk, jullie stellen niets voor…..
- Kersten neemt 50% belang in Comport; versterkt positie in e…..
- Muziekproject ‘Dedication’ biedt jongeren in detentie nieuw…..