Geloof in eigen kunnen

SURINAME HEEFT EEN positievere rating ontvangen van Moody’s. Het land is gegaan van ‘Caa3’ naar ‘Caa1’ en de outlook is veranderd van ‘stabiel’ naar ‘positief’. De upgrade naar ‘Caa1’ weerspiegelt de verwachte impact op Surinames kredietprofiel van grote economische en fiscale meevallers in verband met het grote offshore-olieproject. De FID van Franse oliegigant TotalEnergies van wel negen miljard US dollar geeft een zeker garantie voor terugbetaalcapaciteit.
Deze rating zou het land volgens de experts van de regering ook in staat stellen goedkoper kapitaal te lenen voor het doen van de nodige investeringen. Echter, Suriname is door lenen op de internationale kapitaalmarkt en soms van gigantische geldwolven beland in de positie waar het nu is. Dat is één van de bewijzen dat leningen niet de manier zou moeten zijn om ontwikkeling te stimuleren.

Lokaal kapitaal mobiliseren zal misschien moeilijker zijn dan in het buitenland te lenen, maar wie mee investeert, is ook betrokken

Een andere manier om dat wel te kunnen doen, is op de lokale markt geld gaan lenen bij Surinaamse kapitaalkrachtigen die volgens de laatste balans van de Centrale Bank van Suriname meer geld hebben dan de overheid. Dit is eerder niet geprobeerd omdat er onzekerheid was voor wat betreft de outlook van de economie, maar met de huidige FID en mogelijk nog één voor gasboringen, kan worden gezegd dat het land wel geld genoeg zal verdienen om deze schulden terug te betalen.
Een andere factor die belangrijk is, is het vertrouwen. Zal het geld wel effectief, efficiënt en doelgericht worden besteed met zo min mogelijk corruptie. Dat kan een zorgpunt zijn van eventuele kapitaalkrachtigen die willen investeren in hun eigen land. Natuurlijk zou dat tegen bepaalde aantrekkelijke voordelen moeten zijn, maar dat moet binnen de perken van het redelijke vallen.
Het aangaan van de nodige leningen lokaal heeft grote voordelen. Investeerders in het land zouden mogelijk akkoord kunnen gaan met het aangaan van leningen in Surinaamse dollars. Dat zal niet makkelijk gaan, maar als de regering dat weet te realiseren zou dat wel helpen de koers in balans te houden. Het zal namelijk in het belang van de kapitaalkrachtigen zijn om niet te vluchten in valuta. Dat zou een impact kunnen hebben op de waarde van hun geleend geld.
De regering zou ook met hen kunnen afspreken dat een deel van hun rentewinsten wordt geïnvesteerd in sectoren die de overheid wil gaan ontwikkelen. Met goede sectorplannen die het kabinet zou moeten schrijven, zouden de investeerders daartoe kunnen worden overhaald om dit daadwerkelijk te doen. Dat zou pas echt vertrouwen in eigen kunnen zijn.
Toegegeven het klinkt utopisch, maar vandaag de dag staat Staatsolie er als bewijs dat het kan. Bovendien is Staatsolie zelf ook van plan om lokaal het investeringskapitaal binnen te halen om het aandeel dat het nodig heeft om mee te investeren in offshore olie, bij elkaar te krijgen. Lokaal kapitaal mobiliseren zal misschien moeilijker zijn dan in het buitenland te lenen. Maar wie mee investeert, is ook betrokken en dat brengt voordelen die lokaal lenen het de moeite van het proberen waard maken.