Openbaar Ministerie krijgt bittere pil te slikken
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft van het Hof van Justitie (HvJ) vier duidelijke argumentaties te horen gekregen waarom het de gewezen vicepresident Ashwin Adhin nimmer had moeten vervolgen voor – zoals het OM hem beschuldigde – valsheid in geschrifte en vernieling van staatsgoederen. Waar het HvJ in 2023 het OM al in het ongelijk had gesteld door Adhin integraal vrij te spreken, kreeg de vervolging woensdag, in hoger beroep, opnieuw een bittere pil te slikken. Het HvJ vernietigde zijn eigen vonnis en besliste nu dat het OM niet-ontvankelijk wordt verklaard in het vervolgen van de gewezen vicepresident.
Tekst Wlfred Leeuwin
Beeld FB
Volgens de vijfkoppige kamer van het HvJ, bestaande uit de rechters Alida Johanns als voorzitter en de leden Cynthia Klein, Sandra Bradley, Iswarpersad Sonai en Lydia Ravenberg, wordt de vervolgingsmonopolie van het OM wel erkend, maar vindt het hof dat in sommige gevallen de rechter die wel mag toetsen op billijkheid en redelijkheid. Dit is zo een geval hield rechter Johanns het OM, Adhin en de aanwezigen in de rechtszaal voor. “In dit geval is er geen sprake geweest van een redelijke en billijke belangenafweging bij de vervolging van de heer Adhin”, legde persrechter Ingrid Latjicharan uit aan journalisten bij het toelichten van het vonnis na de zitting.
“Ik ben erg blij met hoe het hof met deze zaak is omgesprongen. Het geeft vertrouwen in de rechtstaat, maar dat vertrouwen heb ik niet in het OM”Ashwin Adhin
Overwegingen hof
Bij de toetsing van het HvJ als het OM Adhin wel mocht vervolgen, is gebleken dat de procedure die moet worden gevolgd bij het afschrijven van goederen bij de overheid niet helder en eenduidig vaststaat. Daarnaast ontbreekt er een toetsing aan ontwikkelde reglementen of instructies over hoe en wanneer eigendommen van de staat moeten worden afgeschreven. Als die er wel zijn, is uit het onderzoek van het HvJ ook niet gebleken dat het OM die toetsing heeft gepleegd.
Het HvJ vindt dat, hoewel het OM het vervolgingsrecht heeft in deze zaak, er sprake is van schending van het verbod van willekeur en daarmee schending van het beginsel van redelijke en billijke belangenafweging. Dit omdat er in hoger beroep voor is gekozen om Adhin wel te vervolgen, terwijl het OM ervoor heeft gekozen andere personen, die dezelfde procedure als de ex-vicepresident hebben gevolgd bij het afschrijven van goederen, niet te vervolgen.
Het HvJ vindt dat het OM voorbij is gegaan aan de wettelijk voorgeschreven procedures die gelden voor het vervolgen van politieke en gewezen politieke ambtsdragers. Die procedure staat opgetekend in de wet ‘In staat van beschuldiging stelling politieke en gewezen politieke ambtsdragers’. Er is ook in dit geval geen sprake van redelijke en billijke belangenafweging. “In deze zaak is de instelling en de voortzetting van de vervolging onverenigbaar met de beginselen van goede procesorde”, legde persrechter Latjicharan uit.
Politiek
Adhin werd in 2020, na het aantreden van de nieuwe regering, beschuldigd van het valselijk opmaken van documenten om goederen van de staat die “voor de dienst niet meer bruikbaar waren” te doneren aan het Dovencentrum. Volgens het OM zou hij de spullen, interieur en apparatuur, hebben vernield om het niet langer bruikbaar zijn voor de staat te rechtvaardigen.
In deze kwestie werden ook drie andere medewerkers aangehouden. Gaandeweg het proces werd één vrijgesproken en twee anderen vrijgesproken van verdere rechtsvervolging. Echter, het OM bleef zich inzetten Adhin te vervolgen. Hij werd gesommeerd zich bij de politie aan te melden. Op de dag dat hij dat deed, werd hij gearressteerd. Nog voordat hij in de cel was opgesloten, zei president Chandrikapersad Santokhi in het parlement dat de voormalige vicepresident in verzekering was gesteld.
Al toen bleek dat de rechterlijke macht zich niet kon terugvinden in de handelswijze van het OM. De rechter-commissaris gelaste de onmiddellijke vrijlating van Adhin, omdat, zoals ook nu in het vonnis staat, voorbij is gegaan aan de wettelijke procedures die gelden voor het vervolgen van politieke ambtsdragers. Ondanks deze sommatie van de rechter-commissaris duurde het negen dagen voordat hij werd vrijgelaten.
De gewezen vicepresident en de NDP, waarvan hij ondervoorzitter is, hebben altijd eraan vastgehouden dat er sprake is van een politieke vervolging. Na de uitsraak woensdag zei Adhin dat ondanks al deze duidelijke zaken vanuit het HvJ en zijn vrijspraak in 2023, hij met een gemengd gevoel naar de zitting kwam. “Het is een politieke zaak geweest om mij uit te schakelen en je weet nooit wat kon gebeuren”, verklaarde hij.
Strafblad
De gewezen vicepresident heeft eerder tegenover de Ware Tijd aangegeven dat als naar de strafeis van het OM wordt gekeken het puur erom gaat dat ervoor moet worden gezorgd dat hij als politicus een strafblad op zijn …
- Multidisciplinaire werkgroepen presenteren aanbevelingen in…..
- Somohardjo beschuldigt minister Landvreugd van machtsmisbru…..
- Somohardjo: “Volk apprecieert asfalteren wegen vlak voor ve…..
- Vier jaar Yankee-circus..
- President wil 100.000 boekjes over verworvenheden regering..
- Surinaamse oogzorg verstekt met I-Care polikliniek..
- NAVO-baas Rutte steunt visie van Trump over strategisch bel…..
- Ruim 600 bewoners van Boven-Suriname hebben nu continu toeg…..
- Welk ‘verhaal’ klopt..
- NPS mag meedoen aan de verkiezingen..
- Mannen: “We beschouwen elk team als een serieuze tegenstand…..
- Regering introduceert millets in Suriname..
- China heft tarieven op Amerikaanse goederen na Trumps zet..
- Assembleelid Wang: “Invoeren kassysteem niet op het juiste …..
- Vertellers delen eigen liefdeservaringen tijdens Lobi Tori …..
- Stichting Lobi: Extra aandacht voor kankerpreventie..
- Startsein bouw nieuwe Hoofdbureau van Politie..
- Vandaag Wereld Kankerdag: doodsoorzaak nummer 2 in Suriname..
- EZ lanceert eerste financieringsovereenkomst vanuit KMO-fon…..
- “Amazonegebied verdient daden, geen loze beloften”..
- Paho: Regio moet toegankelijkheid tot essentiële kankermedi…..