Geen gunst, maar een recht!

Op vrijdag 21 februari 2025 is er een nieuw wetsvoorstel ingediend in het parlement over de rechten van Inheemsen en Marrons. Op papier lijkt het goed nieuws: onze rechten worden erkend, onze dorpen en gebieden worden genoemd, en we mogen meepraten over beslissingen; een simpele oplossing voor een complex probleem. Maar als je goed kijkt, maakt dit wetsvoorstel de rechten van Inheemsen en Marrons juist ingewikkelder en creëert het grotere problemen.
Rechten krijgen of rechten hebben?In de wet staat dat wij rechten “krijgen” van de regering. Maar dat klopt niet. Onze rechten zijn er altijd al geweest. We wonen al eeuwen op ons land, lang voordat er een regering was. Onze rechten zouden moeten worden “erkend”, niet gegeven alsof het een gunst is.
Wat nog veel erger is: volgens de wet moeten we eerst toestemming vragen aan de minister om rechten te krijgen over ons traditionele woon- en leefgebied — de plekken waar onze voorouders eeuwenlang hebben gewoond, waar bloed en tranen zijn gevloeid. Kunt u zich dit voorstellen?! Het is niet alleen onrechtvaardig, het is ook erg beledigend. Ons woon- en leefgebied is van ons. We mogen niet afhankelijk zijn van politieke goedkeuring om dat bevestigd te krijgen. Dit zet ons in een machteloze positie.
Rechten zonder bescherming zijn niets waardRechten zijn betekenisloos als ze niet beschermd worden. Voor ons is ons woon- en leefgebied alles: het is waar we wonen, waar we voedsel verbouwen, waar we jagen en waar onze voorouders begraven liggen. Maar deze wet zegt niet duidelijk hoe onze dorpen, kostgronden, jachtgebieden, heilige plaatsen en cultuur beschermd worden. Wat gebeurt er als bedrijven in ons woon- en leefgebied willen komen? Wie krijgt dan voorrang?
Meepraten zonder beslissen is een lege belofteDe wet zegt dat we mogen meepraten, maar nergens staat dat we mogen meebeslissen. Onze stem wordt pas waardevol als we ook de macht hebben om ‘nee’ te zeggen tegen plannen die onze dorpen, kostgronden, jachtgebieden, heilige plaatsen en cultuur schaden. Zonder dat recht blijft onze invloed schijn.
Wie profiteert van ontwikkeling?De wet spreekt over “duurzame ontwikkeling”, maar voor wie? We zien te vaak dat bedrijven rijk worden van de grondstoffen in onze gebieden, terwijl onze gemeenschappen achterblijven. Wij willen zeggenschap over onze dorpen, kostgronden, jachtgebieden, heilige plaatsen en cultuur — en bepalen hoe wij onze eigen economie opbouwen. Ontwikkeling mag nooit als definitie “uitbuiting” hebben.
Wie staat ons juridisch bij?Als onze rechten worden geschonden, wie beschermt ons dan? Veel Inheemsen en Marrons kunnen zich geen dure advocaten veroorloven. Daarom eisen wij dat er een juridisch fonds komt, zodat we onze rechten kunnen verdedigen. Zonder juridische steun blijven onze rechten een onuitvoerbare papieren belofte.
Geen haastwerk, échte actieDit wetsvoorstel mag niet in haast door het parlement worden gedrukt. Onze rechten zijn van ons, niet omdat de regering dat toestaat, maar omdat we hier altijd hebben gewoond. We eisen echte bescherming, beslissingsmacht over onze dorpen, kostgronden, jachtgebieden, heilige plaatsen en cultuur, en juridische ondersteuning. Geen loze woorden, maar echte en concrete acties. Dat is de enige weg naar rechtvaardigheid voor de Inheemsen en Marrons van Suriname.
Dit opiniestuk is geschreven namens de Inheemse en Marron gemeenschappen die vechten voor hun rechten.
Sinclair WestenburgUit het dorp Klaaskreek in het district Brokopondo in SurinameHoofdbestuurslid BEP