Geef slachtoffers een stem in de rechtszaal

Welkom bij onze nieuwe rubriek “Wet & Wijsheid met Meester K,” waarin Meester K telkens een nieuw onderwerp uit de juridische wereld belicht. Van complexe wetten tot actuele gerechtelijke vraagstukken. Ook scripties van afgestudeerden worden besproken om meer inzicht te geven in juridische thema’s. Met elk artikel opent Meester K een venster naar een beter begrip van de juridische wereld. Het onderwerp deze keer is de thesis van Vincent Kejansie, getiteld “Het spreekrecht van slachtoffers in het strafprocesrecht.”
Waarom het spreekrecht onmisbaar is in het Surinaams strafproces
In de rechtszaal draait het vaak om de dader. De verdachte staat centraal in het strafproces, wordt bijgestaan door een advocaat en krijgt alle rechten gewaarborgd. Maar waar is de stem van het slachtoffer? Degene die pijn en schade heeft geleden? In Suriname is die stem vrijwel afwezig. Slachtoffers kunnen nauwelijks hun verhaal doen. Tijd om daar verandering in te brengen.
Wat is spreekrecht en waarom is het belangrijk?
Spreekrecht is het recht van slachtoffers en nabestaanden om tijdens de strafzitting te vertellen wat het misdrijf met hen heeft gedaan. Ze mogen hun emoties, pijn en verlies onder woorden brengen, in aanwezigheid van de rechter én de verdachte.
In Nederland bestaat dit recht sinds 2005 en het wordt als waardevol ervaren – niet alleen door slachtoffers, maar ook door rechters en het Openbaar Ministerie. Het spreekrecht erkent dat slachtoffers meer zijn dan louter bewijsstukken. Ze zijn geen bijzaak. Hun verhaal verdient een plek in het juridische proces. Ze voelen zich gehoord, erkend en soms zelfs een stap dichter bij heling. Ook draagt het spreekrecht bij aan een meer menselijke en evenwichtige rechtsgang, waarin de gevolgen van het misdrijf zichtbaar worden.
Suriname blijft achter
In Suriname bestaat het spreekrecht (nog) niet als wettelijk verankerd recht. In uitzonderlijke gevallen wordt een slachtoffer tijdens een zitting gehoord, maar dat is geen standaardpraktijk en hangt af van de ruimte die de rechter bereid is te geven. Vaak is het slachtoffer slechts “benadeelde partij” en wordt diens rol beperkt tot het indienen van een schadeclaim of een kort verhoor bij de politie.
De Surinaamse strafrechtspleging is daarmee nog altijd sterk dadergericht. Dat is een erfenis van het klassieke strafrecht, waarin het Openbaar Ministerie het slachtoffer “vertegenwoordigt.” Maar deze vertegenwoordiging voldoet allang niet meer aan de eisen van een moderne rechtsstaat waarin de rechten van slachtoffers serieus worden genomen.
Erkenning, preventie en herstel
Het spreekrecht kent verschillende functies. In de eerste plaats biedt het erkenning. Slachtoffers kunnen op een formele, openbare manier uitdrukking geven aan hun leed. Dat is geen therapie, maar rechtsstatelijke erkenning: jij doet ertoe, jouw verhaal doet ertoe.
Daarnaast heeft het spreekrecht een preventieve functie. Door daders te confronteren met de directe gevolgen van hun daden, kunnen zij zich bewust worden van de impact. Dit kan bijdragen aan gedragsverandering en verkleint mogelijk de kans op herhaling.
Tot slot draagt het spreekrecht bij aan herstel – niet per se van schade, maar van waardigheid. Slachtoffers worden in staat gesteld om hun plaats op te eisen in een proces dat jarenlang vooral over hen heen is gevoerd.
De tijd is rijp om het spreekrecht in Suriname wettelijk vast te leggen.
Tijd voor wettelijke verankering
De tijd is rijp om het spreekrecht in Suriname wettelijk vast te leggen. Dat betekent niet dat de rechtszaal een emotioneel podium moet worden. Het betekent wel dat er regels moeten komen: wie mag spreken, wanneer, onder welke voorwaarden. Nederland biedt hiervoor een helder voorbeeld. Sinds 2016 mogen slachtoffers in Nederland zelfs hun mening geven over de strafmaat, de schuldvraag en de persoon van de verdachte.
Suriname hoeft het wiel dus niet opnieuw uit te vinden. Wat wél nodig is, is politieke en juridische wil. Er is een wetswijziging nodig in het Wetboek van Strafvordering. Die moet vastleggen dat slachtoffers in bepaalde ernstige zaken – denk aan zedenmisdrijven, geweldsdelicten of ernstige verkeersmisdrijven – altijd het recht hebben om gehoord te worden.
Zorgvuldig invoeren, met aandacht voor veiligheid
Natuurlijk brengt invoering van het spreekrecht ook verantwoordelijkheden met zich mee. Slachtoffers moeten goed worden begeleid, zodat ze weten wat ze kunnen zeggen, wat het effect is, en hoe ze zichzelf mentaal kunnen voorbereiden. Er moet worden gewaakt voor hertraumatisering of ongewenste confrontaties.
Ook moet de rechtszaal beschermd blijven tegen emotionele ontploffingen. Rechters moeten dus duidelijke instructies en tools krijgen om het spreekrecht op een respectvolle, gestructureerde manier te begeleiden. Het Bureau Slachtofferzorg – dat al belangrijke ondersteuning biedt – kan hierin een sleutelrol spelen.
Niet langer de vergeten partij
In veel landen is het slachtoffer van “de vergeten partij” uitgegroeid tot volwaardig deelnemer aan het strafproces. Suriname kan en moet die stap ook zetten. Niet omdat het een modetrend is, maar omdat het hoort bij een rechtvaardige, empathische en moderne rechtsstaat.
Iedereen kan slachtoffer worden. Een inbraak, een gewelddadige aanval, seksueel misbruik of het verlies van een dierbare. In die momenten verdient ieder mens de kans om te spreken, om te helen, om gehoord te worden. Dat is geen gunst. Dat is recht. Hoog tijd dat Suriname dat erkent.
Opmerking van Meester K
Intussen blijkt dat er een ontwerpwet tot nadere wijziging van het Wetboek van Strafvordering is ingediend bij DNA, waarin onder meer de positie van het slachtoffer en de nabestaanden is opgenomen.
Hieronder de inleiding:
Het huidige Wetboek van Strafvordering heeft sinds haar vaststelling in 1977 een aantal wijzigingen gehad, maar de grondstructuur van het wetboek is in grote lijnen nog steeds dezelfde. In die grondstructuur (gematigd accusatoir) speelt het slachtoffer een marginale rol. Het slachtoffer is weliswaar vaak de initiator van het strafrechtelijk onderzoek door de aangifte die hij bij de politie van een jegens hem gepleegd strafbaar feit kan doen, maar nadat het strafrechtelijk onderzoek van start is gegaan, verdwijnt het slachtoffer uit beeld, tenzij zijn verklaring als getuige nodig is. Die verklaring dient dan om de waarheid van de toedracht van het gebeurde te achterhalen.
Bij de vaststelling van het huidige Wetboek van Strafvordering in de jaren zeventig (1977) is aan het slachtoffer wel de mogelijkheid geboden zich te voegen in het strafproces als beledigde partij en een vordering tot vergoeding van materiële schade tegen de verdachte in te dienen. Het slachtoffer heeft daarbij het recht zich in rechte te laten bijstaan.
Door ontwikkelingen op internationaal niveau is er meer aandacht voor de positie van het slachtoffer gekomen. In de jaren tachtig zijn de slachtofferrechten tot ontwikkeling gekomen. In het kader van de Verenigde Naties is in 1985 resolutie 40/34 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waarin aanbevelingen zijn gedaan met betrekking tot de rechten van slachtoffers: “The responsiveness of judicial and administrative processes to the needs of victims should be facilitated by (…) b. Allowing the views and concerns of victims to be presented and considered at appropriate stages of the proceedings where their personal interests are affected, without prejudice to the accused and consistent with the relevant national criminal justice system.”
Maar van een verdere verandering in de positie van het slachtoffer in het strafproces is tot nu toe weinig gekomen. Het spreekrecht van slachtoffers in het strafrecht is een belangrijk instrument dat hen de mogelijkheid geeft om tijdens de rechtszaak te spreken over de impact van het misdrijf op henzelf en hun leven. Dit recht stelt slachtoffers in staat om hun stem te laten horen, hun verhaal te vertellen en hun gevoelens en standpunten kenbaar te maken aan de rechter en andere betrokkenen bij het strafproces. Het biedt slachtoffers de kans om gehoord te worden en hun verhaal rechtstreeks aan de rechter te vertellen voordat er een straf wordt opgelegd aan de dader.
Het apart regelen van het spreekrecht voor slachtoffers in het Wetboek van Strafvordering zou een manier kunnen zijn om het belang en de procedure ervan duidelijk te maken binnen de juridische context. Dit kan bijdragen aan het versterken van de rechten van slachtoffers en het vergroten van hun rol in het strafrechtelijk proces.
Het spreekrecht van slachtoffers kan onder andere verschillende doelen dienen:
1. Erkenning en empowerment: Door het spreekrecht kunnen slachtoffers zich gehoord en erkend voelen in het strafrechtelijk proces. Het geeft hen de mogelijkheid om een actieve rol te spelen en invloed uit te oefenen op de uitkomst van de zaak.
2. Informatieverstrekking: Slachtoffers kunnen de rechter voorzien van waardevolle informatie over de impact van het misdrijf op henzelf, hun familie en hun gemeenschap. Dit kan de rechter helpen bij het nemen van beslissingen over de strafmaat en andere aspecten van de zaak.
3. Emotionele verwerking: Het spreekrecht biedt slachtoffers de gelegenheid om hun emoties te uiten en hun gevoelens van woede, verdriet, angst en frustratie te delen. Dit kan een belangrijk onderdeel zijn van het helingsproces voor slachtoffers.
4. Preventie: Het horen van de persoonlijke verhalen van slachtoffers kan een afschrikkend effect hebben op daders en potentiële daders, waardoor het aantal misdrijven mogelijk wordt verminderd.
Het spreekrecht van slachtoffers wordt in veel rechtsgebieden erkend en kan variëren in de mate waarin het wordt toegepast en de specifieke procedures die van toepassing zijn. Het is belangrijk op te merken dat het spreekrecht van slachtoffers niet betekent dat zij een formele rol krijgen in het strafproces, zoals bijvoorbeeld de rol van aanklager. Het is eerder een gelegenheid voor slachtoffers om hun perspectief te delen en hun stem te laten horen binnen het juridische kader van het strafrechtelijk proces.
Deze wet zet dan ook de eerste stappen om daarin verandering te brengen. Het biedt het slachtoffer en de nabestaanden, naast de bestaande mogelijkheid om als beledigde partij in het strafgeding te voegen, in dat proces een forum om zich uit te spreken over de gevolgen die het strafbare feit voor hen heeft gehad.
Daarbij wordt aan het slachtoffer en de nabestaanden, voor zover deze zich als beledigde partij in het strafgeding hebben gevoegd ter zake van een vordering tot schadevergoeding, de ruimte geboden om in dat proces een verklaring af te leggen omtrent de gevolgen die het strafbare feit in zijn algemeenheid voor hen heeft gehad. Hiermee wordt eveneens aan het voegingsrecht van het slachtoffer ter zake schadevergoeding, die van oudsher zich heeft beperkt tot de materiële schade, de ruimte gelaten om de immateriële aspecten van de schade mede te nemen, nu de aan het slachtoffer en de nabestaanden gegeven spreekruimte daartoe zal bijdragen.
Het is om deze reden dat ervoor is gekozen om het spreekrecht aan het slachtoffer en de nabestaanden te koppelen aan het gebruik van het voegingsrecht tot schadevergoeding. Bovendien, wanneer een slachtofferverklaring ook door de rechter in zijn beoordeling van de zaak (schade) wordt betrokken, is het aannemelijk dat het slachtoffer zich serieus genomen zal voelen, en niet alleen maar om zich emotioneel te kunnen uiten.
De verklaring van het slachtoffer krijgt daardoor de plaats die het toekomt, namelijk onderdeel te worden van de informatie waarover de rechter moet beschikken alvorens tot zijn beoordeling te komen met betrekking tot de omvang en de aard van de schade die door het strafbaar feit is aangericht.
Niet alleen de rechter, maar ook de verdachte kan rechtstreeks van het slachtoffer of diens nabestaande horen wat het gepleegde misdrijf in hun leven heeft betekend. Zodoende komen de gevolgen van het misdrijf dat hem ten laste is gelegd in beeld en draagt dit er wellicht ook toe bij dat de verdachte gaat beseffen wat hem wordt verweten. Dit besef kan helpen bij het voorkomen van recidive.
De verklaring van het slachtoffer of diens nabestaande kan ook bijdragen aan het herstel van de emotionele schade die bij het slachtoffer of diens nabestaanden is aangericht. In het openbaar een verklaring afleggen kan sommige van hen helpen de gevolgen van het misdrijf geheel of gedeeltelijk te verwerken. Bovendien kan het spreekrecht de zichtbaarheid van het slachtoffer vergroten en wellicht daardoor eveneens in het algemeen preventief werken.
Het wetsvoorstel regelt een spreekrecht, geen spreekplicht. Slachtoffers of diens nabestaanden die zich in verband met schadevergoeding in het strafproces hebben gevoegd, kunnen vrijelijk kiezen al dan niet gebruik te maken van het spreekrecht.
Slachtoffers of diens nabestaanden krijgen het recht om tijdens de openbare terechtzitting te kennen te geven welke gevolgen het ten laste gelegde feit bij hen teweeg heeft gebracht (victim’s statement of impact statement).
Het is dus uitdrukkelijk niet de bedoeling dat aan slachtoffers of diens nabestaanden de mogelijkheid wordt geboden hun visie op de verdachte of de toe te kennen straf te geven.
Download hier het concept (.pdf)