Fooi of verplichting? Discussie laait op over servicekosten in Surinaamse horeca

In steeds meer Surinaamse restaurants wordt standaard een “service charge” van 10 tot 15 procent op de rekening gezet. Daarnaast wordt er vaak nog verwacht dat klanten een fooi geven. Consumenten vragen zich af: waarom moeten wij opdraaien voor het loon van horecapersoneel?

“Het is een vreemde omkering”, zegt horeca-expert Roline , die jarenlang onderzoek deed naar gastvrijheid in multiculturele horeca.

“De service charge wordt gepresenteerd als vergoeding voor de bediening, maar in feite is het een verkapte loonkost die de ondernemer op de klant afwentelt. En dan wordt er ook nog eens verwacht dat je daarbovenop een fooi geeft.”

Klanten voelen zich vaak onder druk gezet. Een bezoeker aan een populair Surinaams restaurant in Paramaribo meldt: “We kregen prima eten, maar de service was traag en ongeïnteresseerd. Toch stond er 12% servicekosten op de rekening, en de pin had standaard knoppen voor 10%, 15%, 20% extra fooi. Bizar.”

Volgens Roline raakt dit aan een bredere trend: “De horeca worstelt met hoge kosten en personeelstekort, en schuift dat deels door naar de klant. Maar transparantie ontbreekt. In andere sectoren—denk aan retail of supermarkten—betaalt de klant toch ook niet apart voor het salaris van de kassamedewerker?”

Ze pleit voor eerlijkere communicatie: “Een fooi moet een vrijwillige blijk van waardering blijven, geen verplichte toeslag. Goede service wordt beloond, slechte service niet.”

De discussie is nog lang niet beslecht, maar één ding is duidelijk: klanten willen weten waarvoor ze betalen. En dat lijkt in de Surinaamse horeca steeds minder vanzelfsprekend.