Financieringsbehoefte Staatsolie te groot voor lokale markt

Tekst en beeld Ivan Cairo

PARAMARIBO — De behoefte van Staatsolie aan financiering voor haar investeringen in de offshore-olieproductie overstijgt de capaciteit van de Surinaamse financiële markt. Om de benodigde 2,4 miljard US dollar voor deelname aan het GranMorgu-project in Blok 58 te mobiliseren, is gekozen voor een combinatie van eigen vermogen, een obligatielening en een lening bij banken.

Deze strategie zal mogelijk ook bij toekomstige projecten worden toegepast. Een andere optie die Staatsolie overweegt, is om de aandelenmarkt te betreden om zo de financieringsbasis te verbreden. Vrijdag lanceerden Staatsolie en De Surinaamsche Bank (DSB) de uitgifte van een obligatie. Hiermee willen ze minimaal 250 miljoen US dollar en 50 miljoen euro ophalen.

Te hoog gegrepen“Ik denk dat die 2,4 miljard US dollar voor de Surinaamse markt niet haalbaar is. Daar zijn we eerlijk over en Staatsolie is zich daarvan bewust”, zegt financieel directeur Waldo Halfhuid van DSB, die de obligatielening regelt. Hij voegt eraan toe dat er marktonderzoek is gedaan naar de obligatielening. Uit dit onderzoek blijkt dat er voldoende kapitaal in Suriname is om het streefbedrag van 250 miljoen US dollar en 50 miljoen euro op te halen. “Maar we denken dat we dat kunnen overschrijden. 2,4 miljard is voor Surinaamse begrippen te hoog gegrepen”, zegt Halfhuid.Als het streefbedrag wordt gehaald, heeft Staatsolie nog ongeveer 1,5 miljard US dollar nodig, omdat ze ook met een deel eigen vermogen komen. Het extra bedrag wordt via een lening bij banken bijeengebracht. De gesprekken met deze financiers zijn al gaande en DSB is er samen met een andere partij bij betrokken. Halfhuid geeft aan dat als DSB in staat was zij alleen het bedrag van 1.5 miljard US dollar beschikbaar zou stellen aan Staatsolie. Dat kan de bank echter niet.Geen afwijzingJagesar zegt dat bij overinschrijving op de obligatie alle extra inschrijvingen die na de screening worden goedgekeurd, worden geaccepteerd. “Niemand wordt afgewezen bij deze obligatielening”, aldus de directeur. Met de banken die de 1,5 miljard US dollar zouden inbrengen, is reeds afgesproken dat bij een eventuele overinschrijving dat bedrag in mindering wordt gebracht op de af te sluiten lening. Met welke banken wordt gesproken, wil de Staatsolie-directeur nog niet bekendmaken, omdat de onderhandelingen nog gaande zijn.AandelenMet betrekking tot de financiering van deelname aan offshoreprojecten zegt Jagesar dat dit afhangt van de leverage, de financieringsstructuur van het bedrijf. Op basis van het eigen vermogen kan tot een bepaald bedrag worden geleend. “Op een gegeven moment is die leverage uitgeput”, aldus de Staatsolie-topman. Wanneer in 2027 mogelijk het definitieve investeringsbesluit wordt genomen door Petronas om in Blok 52 tot gasproductie over te gaan, zal de financiering van de deelname van Staatsolie mogelijk weer een combinatie zijn van eigen vermogen en leningen. Die structuur wordt bedacht door de medewerkers van Staatsolie.“In de toekomst zullen we gaan nadenken over aandelen. Als er meer ontwikkelingen in de offshore komen, zullen we moeten nadenken over aandelen, omdat je niet genoeg kunt lenen op basis van je eigen vermogen… Ik ben er persoonlijk een groot voorstander van dat we vroeg of laat ook een aandelenuitgifte doen, zodat we die basis hebben om al deze grote dingen die nu offshore gebeuren, beter aan te kunnen”, zegt Jagesar.