FID BINNENKORT VERWACHT?

De recente aankondiging van Patrick Pouyanné, CEO van TotalEnergies, over het versnellen van de ontwikkeling van het Blok 58-project voor de kust van Suriname, roept naar onze mening, enkele kritische vragen op. Pouyanné onthulde tijdens een Earnings Call, dat het project een aanzienlijke bijdrage zal leveren aan de kasstroom van het bedrijf, hetgeen op het eerste gezicht een positieve ontwikkeling lijkt. Echter, het is zorgwekkend, want wij verwachten dan vanuit de overheid dat alle plannen voor een ‘welvaartsfonds’ wel in place moeten zijn, want het mag niet gebeuren dat een groot deel van de olie-inkomsten naar de Surinaamse regering zou gaan, zonder dat er voldoende aandacht lijkt te zijn voor de langetermijnplanning voor het land en zijn bevolking. Vervolgens vragen wij ons af, wat er overblijft voor duurzame ontwikkeling en het versterken van de lokale economie. Aan de oproep van oud-directeur Elias van Staatsolie, om de maatschappelijke discussie hierover inhoudelijk aan te wakkeren, is nauwelijks gestalte gegeven. Het is voor het maatschappelijke middenveld en voor de politiek grotendeels business as usual.
Daarnaast is het naar onze mening opmerkelijk dat TotalEnergies zich haast om de FID mogelijk tijdens hun Investor Day in New York op 2 oktober aanstaande, aan te kondigen. Dit suggereert dat de focus van het bedrijf meer gericht is op het geruststellen van investeerders dan op het waarborgen van de juiste procedures en samenwerking met lokale autoriteiten. De mogelijke ‘tussenstop’ in Paramaribo, waarbij Pouyanné naar verluidt de Surinaamse regering persoonlijk zou informeren, voelt eerder als een publiciteitsstunt of ‘photo opportunity’ dan een serieuze poging tot dialoog en samenwerking.
De overeenkomsten die TotalEnergies heeft gesloten met de Surinaamse autoriteiten, waaronder die over het veldontwikkelingsgebied en de FPSO, lijken vooral gericht op het veiligstellen van de belangen van het bedrijf. De vraag is of Suriname echt de vruchten zal plukken van deze ‘samenwerking’ of dat het land wederom in de schaduw blijft staan van de grote multinationals die hulpbronnen exploiteren en roofbouw op de natuur en ecologie – dit keer deels maritiem en voor de kust – zullen plegen.
Gran Morgu
TotalEnergies heeft afgelopen week het Sapakara South-Krabdagu-veld offshore Suriname, officieel hernoemd naar Gran Morgu. Het Gran Morgu-veld, dat gezamenlijk wordt ontwikkeld door TotalEnergies en APA Corporation, vertegenwoordigt een investering van 9 miljard dollar en bevat naar schatting 700 miljoen vaten olie. Het veld bevindt zich op een waterdiepte tussen de 100 en 1.000 meter. De naamgeving van een veld naar Gran Morgu is symbolisch, maar hoe relevant is dit in het grotere geheel? TotalEnergies en APA Corporation hebben duidelijk enorme financiële belangen in dit project, met een geschatte waarde van 9 miljard dollar en een verwachte olieopbrengst van 700 miljoen vaten. Voor Suriname kan dit een enorme boost voor de economie betekenen, zeker gezien de geplande olieproductie die in 2028 moet beginnen. De keerzijde van de medaille is dan weer anders, want wij vragen ons af, in hoeverre Staatsolie echt profijt zal hebben van deze deal. Hoewel Staatsolie recht heeft op een belang van maximaal 20 procent, zullen de financieringsuitdagingen groot zijn. Staatsolie overweegt obligaties uit te geven om haar aandeel te financieren. Dit kan risico’s met zich meebrengen voor het staatsbedrijf, vooral in een wereld waarin de toekomst van fossiele brandstoffen steeds onzekerder wordt. Bovendien is er altijd de vraag hoe de opbrengsten van zo’n groot project de bredere bevolking van Suriname ten goede zullen komen, en/of de winsten niet vooral in handen van buitenlandse bedrijven blijven.
Wij zijn van mening, dat als Suriname een sleutelrol speelt in de strategische plannen van TotalEnergies tot 2030, zoals Pouyanné beweert, zou het bedrijf dan niet meer verantwoordelijkheid moeten nemen in het waarborgen van een duurzame en rechtvaardige ontwikkeling? De Sustainable Development Goals (SDGs) van de Verenigde Naties zouden een gepast vertrekpunt zijn, en een planning moet voorzien worden van meetbare resultaten en tussentijdse onderlinge evaluaties. De huidige koers lijkt vooral gericht op snelle winst voor de aandeelhouders, terwijl de werkelijke impact op het land en zijn inwoners onderbelicht blijft. Alle verplichte mooie woordjes worden als een versje opgezegd. Maar de vormgeving in detail, wordt door niemand onthuld, waardoor ze er later niet aan vastgepind kunnen worden.
A.A.
The post FID BINNENKORT VERWACHT? ..