Expo ‘Slavernijverleden’ unieke samenwerking tussen vier musea en Nationaal Archief Suriname

door Tascha Aveloo
PARAMARIBO — “Deze expositie is de aftrap voor een bijdrage die Naks wil leveren aan het traject van bewustzijnsontwikkeling over het slavernijverleden. Het is belangrijk dat we erover praten en de discussie met elkaar aangaan. We kunnen het niet wegstoppen alsof het ‘te lang geleden’ is gebeurd en alsof de effecten ervan niet zichtbaar zijn in onze gemeenschap”, vertelt Sieglien Spier, coördinator van het Naks-documentatiecentrum, aan de Ware Tijd. Op 1 oktober opent voor genodigden de grote posterexpositie van zes weken die handelt over dit thema.

De tentoonstelling heeft eerder in het Rijksmuseum in Amsterdam veel publiek getrokken. “Voor Suriname is ze aangevuld met posters uit de Naks-collectie, het Nationaal Archief Suriname, Surinaams Museum en Saamaka Museum in Pikin Slee”, geeft Spier aan. Het doel van deze samenwerking is de expo, die een brede blik op het slavernijverleden werpt, meer diepgang te geven.
Cultureel erfgoed
In het verlengde van de tentoonstelling, zoals die in Nederland heeft plaatsgevonden, heeft regisseur en filmmaakster Ida Does de documentaire ‘Nieuw licht: Het Rijksmuseum en de slavernij’ gemaakt. Hierin is van heel dichtbij te zien hoe pijnlijk en wrang, maar tegelijkertijd helend en bevrijdend, het samenstellen van de slavernijexpo is geweest. Het is een hoogst actuele documentaire over de wording van de slavernijtentoonstelling in het Rijksmuseum en Nederlands omgang met het slavernijverleden.
In het Naks-documentatiecentrum Eu-Frie wordt informatie verzameld over het culturele erfgoed van Afro-Surinamers. EU-Frie is een samenvoeging van de voornamen van de eerste voorzitter van Naks, Eugene Drenthe, en Elfriede Baarn. “Wij trachten de informatie vast te leggen en te categoriseren, zodat die gemakkelijk toegankelijk kan zijn voor zij die onderzoek doen, zoals studenten en schrijvers”, licht Spier toe.
Scholenprogramma
Ze stelt dat dat de expositie kan dienen als een aanleiding voor de gemeenschap om diepzinnig te praten over diverse onderwerpen die verband houden met het slavernijverleden. De tentoonstelling zal bestaan uit grote posters met afbeeldingen en teksten die te maken hebben met het onderwerp. “Wij zijn overtuigd dat educatie van jongeren over dit onderwerp heel belangrijk is. Daarom is er een scholenproject gekoppeld aan de expo.”
Ruim achthonderd VOJ-leerlingen zullen een lesbrief ontvangen die voorafgaand aan het bezoeken van de expo, zal worden behandeld op hun school. Na het bezoeken van de tentoonstelling zullen de kinderen met een quiz mogen laten zien wat zij hebben geleerd.
Er zullen verder workshops, lezingen en kenki prakseri-momenten zijn die zullen doorlopen tot en met maart 2025. Ook zullen documentaires worden vertoond. “Deze periode in onze geschiedenis heeft een grote mate van doorwerking. En met deze expositie willen we de geschiedenis, maar ook het natraject, zichtbaar maken. Daarmee willen we actief bijdragen aan de ontwikkeling van onze jeugd”, meent Spier.
Artistiek programma
Bij elk event dat tijdens de expositie zal worden gehouden, zal er een artistiek programma zijn. “We zullen praten over onderwerpen als ‘verzet tijdens de slavernij’, ‘de postkoloniale identiteit en de erfenis daarvan’ en ook over de creatieve verwerking van het slavernijverleden. Dat heeft ook invloed gehad op hoe wij ons creatief uiten.”
Eveneens zal worden stilgestaan bij hoe slavernij op school zou moeten worden onderwezen. “Er is ook sprake van spiritualiteit en spirituele verbinding. Wat zijn mijn echte roots?” In dat kader zal worden gesproken over het belang van stamboomonderzoek. “We zullen alle activiteiten bekend maken via onze socialemediakanalen zoals Facebook.” De mogelijkheid bestaat ook om verzoeken te doen voor groepsbezoek.