Ex-vicepresident Adhin: ‘OM wil koste wat het kost mij een strafvonnis opleggen’

door

door Wilfred Leeuwin

PARAMARIBO — Ex-vicepresident Ashwin Adhin en zijn raadsman Irvin Kanhai zijn ervan overtuigd dat het Openbaar Ministerie, in deze Garcia Paragsingh, politieke belangen nastreeft. “Het Openbaar Ministerie wil mij koste wat het kost een strafvonnis opleggen”, zei Adhin maandag tijdens zijn laatste woord bij de behandeling van zijn zaak in hoger beroep. Het Hof van Justitie heeft de voormalige bewindsman eerder integraal vrijgesproken, maar het OM ging daartegen in hoger beroep.

In deze zaak gaat het, zoals het OM het in de dagvaarding heeft aangegeven, om vernieling van staatsmiddelen, zoals apparatuur en interieur en valsheid in geschrifte bij het opmaken van documenten als zouden de spullen niet langer voor de dienst bruikbaar zijn, moeten worden afgeschreven en worden gedoneerd aan een stichting. In deze zaak zijn eerder twee gewezen ambtenaren op het kabinet van de vicepresident vrijgesproken van rechtsvervolging.

“Mevrouw de president en leden van het Hof, hoe moet ik deze voortdurende acties van het OM classificeren?”

Adhin zei in zijn laatste woord dat het duidelijk is dat Paragsingh toen in haar functie als advocaat-generaal en lid van een presidentiële commissie politieke opdrachten heeft meegekregen. “De president en derden hadden voorkennis van mijn aanhouding nog voordat die plaatsvond”, hield Adhin de vijf rechters van het hof in hoger beroep voor. “Mevrouw de president en leden van het Hof, hoe moet ik deze voortdurende acties van het OM classificeren?”

Imagoschade

Zijn laatste woord duurde iets langer dan een halfuur. Voor hem is de rol van het OM en met name van Paragsingh duidelijk. “Wat wij sinds het begin van dit hoger beroep, dat inmiddels al meer dan een jaar voortduurt, zien, is een OM dat koste wat kost mijn persoon een strafvonnis wil opleggen. Terwijl men irrationeel persisteert, is men ook volledig bewust van de impact die een dergelijk vonnis zou hebben op mijn politieke carrière en de verergering van de imagoschade die ik tot nu toe al heb geleden. Iedereen die deze zaak op de voet volgt, kan niet anders dan concluderen dat het OM zich heeft opgesteld als een politieke werkarm.”

De rechtszaak zal op 5 februari tot een definitief einde komen, wanneer het Hof van Justitie in hoger beroep een uitspraak zal doen. Waar het OM hoopt dat het hof zijn eigen vonnis, waarin het Adhin integraal vrijsprak, zal vernietigen en hem in hoger beroep veroordeelt, hopen Adhin en zijn raadslieden dat het hof dezelfde opvatting is toegedaan als toen en hem wederom integraal vrijspreekt.