Ex-DNA-lid Breeveld plaatst gewijzigde schadeloosstelling in bredere context: ‘Neem jouw werk serieus’

Tekst en beeld Merredith Bruce

PARAMARIBO — Ex-parlementariër Carl Breeveld (DOE) meent dat het werk van een lid van De Nationale Assemblee in een bredere context geplaatst moet worden. Zo ook de financiële vergoeding die een parlementariër ontvangt. Over de recente ophef die is ontstaan over de fors aangepaste maandelijkse schadeloosstelling aan toekomstige parlementariërs heeft hij zelf geen waardeoordeel. Breeveld houdt het op: “Persoonlijk heb ik het niet nodig.”ADVERTISEMENT

Naar aanleiding van de ontstane discussie draagt hij wel enkele voorstellen aan: óf een wetswijziging indienen óf parlementariërs ertoe bewegen om een bepaald percentage van de bezoldiging te stoppen in de partijkas en of te besteden aan sociale projecten.

“Je hebt enkele leden die de kantjes er vanaf lopen, maar je hebt er ook leden die heel hard werken.”

De gewezen parlementariër sprak vrijdag tijdens de wekelijkse ‘Freida Neti Konmakandra’ van het politieke samenwerkingsverband A20 (met PRO en DOE) in een voorlopig partijcentrum van de organisatie te Zorg en Hoop. Via deze openbare bijeenkomsten maken DNA-kandidaten die namens deze partijen op de lijst staan nader kennis met de samenleving. Breeveld staat op plek nummer vijf.

Full-time parlementariër

Met de aanpassing van de schadeloosstelling is getracht om het inkomen van de drie machten (rechterlijke, wetgevende en uitvoerende) te synchroniseren. Een assembleelid krijgt nu maandelijks een schadeloosstelling van SRD 30.874. Met de aanpassing wordt het SRD 66.485. Met de overige toelagen voor vervoer, representatie, woon- en veiligheidsvoorziening en telecommunicatie komt hun totale maandelijks bruto-inkomen op ruim SRD 130.000.

Om de discussie hierover ietwat te nuanceren vindt Breeveld het belangrijk om ook te letten op de beperkingen die met de wijziging van de financiële voorziening is meegekomen. Zo mogen parlementariërs die na de verkiezing van 25 mei aantreden, geen ambtenaar meer zijn, geen functie bij een parastatale instelling uitoefenen of bij een instelling die subsidie ontvangt van de overheid. Ze mogen ook geen diensten aan de staat of parastatale instellingen aanbieden.

Een assembleelid mag niet meer opteren voor de functie van beleidsadviseur en de pensioengerechtigde leeftijd is vastgesteld op zestig jaar. Dit maakt, volgens Breeveld, “dat we nu dus full-time parlementariërs zullen hebben”.

Intensief ambt

Breeveld wees de aspirant-parlementariërs erop dat het werk veel meer inhoudt dan alleen wetten maken en vergaderingen bijwonen. “Wat erbij komt is erg intensief, tenminste, als je het goed wil doen.” Hij noemde onder meer het ontvangen van personen, op veldoriëntatie gaan, contact leggen met ministeries en andere instanties, deelnemen aan internationale vergaderingen.

Als volksvertegenwoordiger krijgt een parlementariër “bij de vleet” donatie-aanvragen en financiële verzoeken van burgers in nood. “Dit is absoluut niet de bedoeling, maar we leven in Suriname.” Hij denkt dat dit te maken heeft met slecht beleid. Overheidsinstanties waar personen terecht kunnen voor sociale hulp, moeten beter gaan functioneren, meent hij.

Breeveld riep de aspirant-parlementariërs vooral op om, indien ze gekozen worden, hun werk serieus te nemen. “Je hebt enkele leden die de kantjes er vanaf lopen, maar je hebt er ook leden die heel hard werken.”