ERKENNEN VAN FOUTEN TEKEN VAN KRACHT?

In een niet vaak voorkomend moment van openheid, erkende president Chandrikapersad Santokhi onlangs, dat zijn regering tekortgeschoten is in de communicatie over het IMF-programma. Hij pakte het meest cruciale moment en maakte daar gebruik van. Het staatshoofd gaf toe, dat de samenleving onvoldoende werd meegenomen in het proces van ingrijpende hervormingen. Deze erkenning kwam niet zomaar, maar nadat burgers al langer geklaagd hadden over gebrekkige informatievoorziening, gebrekkige betrokkenheid en onduidelijke beleidskeuzes. Toch is het bijzonder dat een zittende president openlijk toegeeft, fouten te hebben gemaakt, want in de Surinaamse politiek is het eerder regel dan uitzondering verantwoordelijkheden af te schuiven of simpelweg te zwijgen. Het erkennen van fouten demonstreert moed. Maar de ware kracht zit niet in het toegeven alleen, het gaat om wat daarna komt. Wat verandert er daadwerkelijk in het beleid, de houding en uitvoering? Woorden zijn mooi, maar daden maken het verschil.
Ook de NPS heeft inmiddels toegegeven, fouten te hebben gemaakt.
Al stelt ze duidelijk dat haar fouten niet zo groot waren, als die van de huidige regering. Dat klinkt bijna als een poging tot het behalen van moreel voordeel. ‘Wij hebben ook gefaald, maar niet zo erg.‘ Daarmee verliest ze de erkenning aan waarde. Want echte erkenning komt zonder vergelijking of verontschuldiging. Het is een kwestie van volledige verantwoordelijkheid nemen, ongeacht de mate van de misstappen. Wat deze bekentenissen duidelijk maken, is dat politieke partijen in Suriname worstelen met transparantie en draagvlak. Burgers willen geen perfecte leiders; ze willen eerlijke leiders. Mensen die durven zeggen: ‘We hebben het fout gedaan, maar we gaan het beter doen.’ Niet vanuit strategisch oogpunt of politieke schadebeperking, maar vanuit oprechte betrokkenheid bij het volk.
Toch moeten we oppassen dat erkenning geen leeg gebaar wordt. Op een tijdspanne waarin wantrouwen in de politiek groeit, kan erkenning zonder verandering, zelfs averechts werken.
Burgers zullen zich dan nog meer bedrogen voelen. Het vertrouwen komt immers te voet en vertrekt te paard. De vraag die nu rijst, is: Wat doen Chan en zijn team met deze inzichten? Zal de communicatie verbeteren? Krijgt de samenleving eindelijk het gevoel, echt betrokken te worden bij het beleid? En durft ook de oppositie verder te gaan dan vingertje wijzen, door aan zelfreflectie te doen? In een democratie is het erkennen van fouten geen teken van zwakte, maar van goed leiderschap. Maar het echte leiderschap toont zich pas als die erkenning leidt tot concrete verbetering. Pas dan groeit niet alleen de mens, maar ook het vertrouwen in de politiek.
The post ERKENNEN VAN FOUTEN TEKEN VAN KRACHT? ..