DOE: Met de Marrons Suriname samen beter maken!

Vandaag 10 oktober, herdenken we dat 264 jaren geleden de vredesverdragen zijn getekend tussen de ‘Ndjuka Marrons stam en het toenmalige koloniaal bestuur. Dit is zeer markant in de geschiedenis van Suriname waar de marrons strijd hebben geleverd voor vrijheid en tegen in humaniteit en uiteindelijk de overwinning hebben behaald. Dit resulteerde in een hoge mate van vrijheid, autonomie en rechten op grond voor deze stam in een duidelijk afgebakend gebied. 

De jaren daarop volgden een aantal andere stammen met wie vredesverdragen werden getekend, waarbij het verdrag van 1760 als model gold. In deze gebieden, op basis van deze overeenkomsten, leefden de meeste groepen over het algemeen vredig met elkaar op basis van hun eigen tradities en wetten en voorzagen eveneens in hun eigen behoeften  en medische zorg. De introductie van het westers leven inclusief de geldeconomie, ontwikkelingsprojecten, partijpolitiek en binnenlandse oorlog hebben behoorlijk “impact” gehad op het leven van de marrons, in zowel positieve als negatieve zin. 

In positieve zin is dat ze blootgesteld zijn geworden aan westers onderwijs en ze de gelegenheid hebben gehad om zich maatschappelijk te integreren en te groeien. Getuige de maatschappelijke positie van vele marrons in de samenleving. In negatieve zin is dat de tradities en culturele waarden en normen enorm zijn afgebrokkeld en hun woongebieden aangetast. Het respect voor het traditioneel gezag is daardoor in vele marronsamenlevingen afgezwakt en heeft het collectief denken plaatsgemaakt voor het westerse egoïsme.  

Ook zijn vele, inclusief het traditioneel gezag, gecorrumpeerd door de politiek en heeft macht- en hebzucht overgenomen bij vele individuen, zowel in de stedelijke gebieden en het binnenland. Dit alles leidt ertoe dat deze individuen of groepen van individuen uit de marronsamenleving bereidt zijn hun traditionele woongebieden te vernietigen c.q. te vergiftigen.
Zoals vele rapporten uitwijzen, o.a. de 2024 Poverty & Equity Assessment study van de Wereldbank en de IaDB, behoort  deze groep samen met de Inheemsen tot de grootste groep qua armoede in percentage. Vooral zij die in het binnenland leven.

Het voorgaande is natuurlijk geen verrassing en is alom bekend als we kijken naar o.m. de kwaliteit van onderwijs, huisvesting, gezondheidszorg en werkgelegenheid. Het enige waarop het lijkt of tenminste het gevoel dat leeft bij de nakomelingen van de Marrons in het binnenland is, dat opeenvolgende regeringen deze situatie negeert of in stand houd om zo het binnenland te ontvolken. Dit hebben zij decennia gedaan, om zodoende onbelemmerd toegang te krijgen tot de rijkdommen van het land die vooral zitten in het binnenland. Daarnaast is de binnenlandse natuur en de Marroncultuur een pronkstuk van Suriname.

Het ironische is dat nu vooral ook politici vanuit het binnenland die aan de top van het lansbestuur zitten zich concessies toe-eigenen of  vrienden en familie faciliteren om concessies in het binnenland te verkrijgen zonder dat een deel van de verkregen inkomsten uit die rijkdommen terugvloeit naar die gebieden om duurzame ontwikkeling te financieren.  Terwijl de koning zich rijkelijk optuigt met goud uit het binnenland en kruimels rondstrooit, verpauperen de mensen en worden de gebieden vergiftigd. In de tussentijd wordt zwaar het traditioneel gezag, de kracht van de Marron-samenleving onderuit gehaald en gecorrumpeerd voor het enge persoonlijk of partijpolitieke belang. Wat wij als Surinaamse samenleving moeten beseffen, is dat de Marrongemeenschap onderdeel is van de Surinaamse samenleving en een bijzondere rol heeft gespeeld in onze geschiedenis. Een zo een rol is de ondertekening van het Vredesverdrag op 10 oktober, waarop wij collectief als Surinamers trots behoren te zijn. 

Een zaak is ook duidelijk, nakomelingen van de Marrons zullen een rol blijven spelen in de toekomst van dit land.  Wij geloven dat dit een meer positieve zal zijn, politiek bezien, dan de afgelopen jaren het geval is geweest. Daarnaast moeten wij als samenleving ook begrijpen dat we Suriname kansen tot ontwikkeling ontnemen als we niet de landrechten van de Marrons en Inheemsen wettelijk regelen zodat zij  op een meer geordende manier aan de economische ontwikkeling en groei van dit land kunnen bijdragen. 

Elke goed ontwikkelde Marron erbij betekent ook een extra meerwaarde aan bijdrage van een Surinamer aan de ontwikkeling en toekomst van dit land. Dat zien we reeds nu aan alle Surinamers van Marron komaf die integer, eerlijk en hardwerkend zijn en samen met de andere Surinamers hun  bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkeling van dit land en aan natievorming. Laten we DOEn wat goed is voor Suriname!

Wan Bun Fiiman Dei toegewenst aan alle Surinamers!De Partij DOENamens deze de voorzitterSteven Alfaisi