Documentaire Koni Dii: ‘Met de stenen van het verleden de toekomst bouwen’ 

“Ik heb de pitch gedaan. Ik heb het verhaal denk ik ‘goed verkocht’ want nu hebben drie producenten en een broadcaster, interesse getoond voor het maken van de documentaire. We zullen verder met hen moeten onderhandelen”, vertelt journalist Euritha Tjan A Way, super enthousiast. Zij was van 8 tot 12 oktober in Frans-Guyana waar zij een pitch heeft gedaan bij het Fifac Filmfestival en ook om te netwerken met filmindustrie professionals. “Wij willen een andersoortig verhaal vertellen. Een documentaire maken over de tragedie en de nawerking die de Moiwana slachting heeft gehad.”
Tekst Tascha Aveloo

Beeld Ameki filmhuis i.o.
Het Nederlandse Cultuurfonds heeft haar en collega-journalist Audry Wajwakana ondersteund voor het journalistiek onderzoek naar ‘Moiwana en de gebeurtenissen daaromheen’ en de Franse ambassade in Suriname heeft samengewerkt met Fifac om Tjan A Way in staat te stellen te participeren aan het filmfestival. De naam die het duo gekozen heeft voor hun documentaire is: ‘Koni dii – the price of wisdom’. Ook delen van het team van het filmplatform The Under die dit jaar het Prenki filmfestival hielden in Paramaribo zijn door de Franse ambassade en Fifac ondersteund om mee te doen.

“Wij willen een andersoortig verhaal vertellen. Een documentaire maken over de tragedie en de nawerking die de Moiwana slachting heeft gehad“

Het idee om de documentaire te maken kwam doordat de twee journalisten zich wilden verdiepen in de problemen waarmee het oosten van Suriname te kampen had. “Als journalisten kwamen wij vaker in Marowijne en we zijn geïnteresseerd geraakt in het verhaal van Moiwana. Ook omdat het zoveel sociaalmaatschappelijke thema’s aan de oppervlakte bracht.”
Niet alleen wat achtendertig jaar terug is gebeurd, maar ook hoe het heeft kunnen gebeuren; de motieven van de betrokkenen, wat daarna is gebeurd en vooral wat de gevolgen zijn van die moorden en de Binnenlandse Oorlog. “Want die zijn nu nog zichtbaar ”, legt Tjan A Way uit. “Niemand die naar Albina kijkt kan in alle eerlijkheid zeggen dat het daar geordend is. Het is vreselijk.” En omdat het ook vreselijk is voor de jeugd die steeds te maken krijgt met louche voorbeeldfiguren, besloot het tweetal om wat meer te doen.
“We hebben ruim twee jaar besteed aan het totale onderzoek. We hebben gekeken in het Nationaal Archief Suriname, met schrijvers antropologen, sociologen en ontwikkelingswerkers gesproken. Ook hebben we met enkele overlevenden kunnen spreken.” En toen werd heel duidelijk -bijvoorbeeld in het gesprek met Stanley Rensch wiens familie niet wilde dat hij sprak over de gebeurtenissen – dat het trauma leeft bij de mensen. Diep verborgen maar het is er!”, benadrukt Tjan A Way.
Heden beter begrijpen
Het eerste product uit het onderzoek, werden vier berichten en nu werken de twee journalisten aan een serie van vier verdiepende artikelen. De publicaties verschijnen niet alleen in de papieren versie van de Ware Tijd, maar zullen ook op ‘dwtonline’ te lezen zullen zijn. Maar de twee maakten zich geen illusies en wisten dat met een paar artikelen alleen, het doel om de jeugd te bereiken niet gehaald zou worden.
“En er was zoveel informatie. We dachten toen aan het maken van een documentaire. Eén waarbij we de situatie zouden bekijken vanuit het perspectief van de jongeren, door hun ogen.” Als het tweetal de producers en de financiering rond krijgt, zal het, met professionals die verbonden zijn aan ‘Ameki filmhuis in oprichting’, het uiteindelijke script schrijven en het technische gedeelte uitvoeren.

“Niemand die naar Albina kijkt kan in alle eerlijkheid zeggen dat het daar geordend is. Het is vreselijk“

“Het was een spannend gevoel om daar te staan. Ik denk in Nederlands, maar moest pitchen in het Engels en dat werd vertaald in het Frans. Dat maakte het een beetje omslachtig. Maar ik heb daarna wel drie gesprekken met drie verschillende producers gevoerd”, vertelt Tjan A Way over haar ervaring.
“Hopelijk wil een van hen het project financieren en helpen uitvoeren.” Zij geeft aan dat bij het onderzoek geen enkele lokale organisatie betrokken is geweest, maar het is gedaan vanuit een oprechte liefde voor en betrokkenheid met de mensen en vooral jongeren van Marowijne. “Als journalisten zijn we het Cultuurfonds dankbaar voor het ondersteunen van ons project, waardoor we in staat waren om het journalistieke onderzoekswerk te doen.” Hierdoor is al veel werk voor de documentaire gedaan.
Moeten het weten
“Het is een te mooi en potentie bezittend district om het maar zo te laten. We werken de komende jaren meerdere cases uit zoals de moord op politie-inspecteur Herman Gooding en meer. Allemaal zaken die we tegenkwamen gedurende dit onderzoek”, verduidelijkt Tjan A Way.
Het onderwerp van de documentaire is de nasleep van oorlogsmisdaden. Door uit te leggen wat er is gebeurd, wie de belangrijkste spelers …