Directeur kindertehuis blijft op vrije voeten na vonnis

door

“Een moment van onbedachtzaamheid”. Zo noemde de verdachte A.C., de gewezen voorzitter van het stichtingsbestuur en directeur van het Kindertehuis Hoop voor Kinderen zijn handelen. 35 kinderen werden eind 2022 met spoed door het Bureau Familie Rechtelijke Zaken (Bufaz) verwijderd uit het tehuis nadat misstanden over mishandeling en mismanagement aan het licht kwamen. Op basis van het vonnis blijft A.C. op vrije voeten. De verdachte heeft onder meer met een heet strijkijzer een kindje aan haar arm verwond. A.C. verklaarde tegenover de rechter dat het strijkijzer heus niet zo heet was. Een arts die als getuige op de zitting werd gehoord legde uit dat het kind tweedegraads brandwonden had opgelopen en was doorverwezen naar een plastisch chirurg voor verdere behandeling. Behalve A.C. werd ook zijn partner S. gevonnist. Zij was donderdag niet aanwezig op de zitting.Meerdere kinderen uit het tehuis hebben aan de politie verteld hoe zij werden mishandeld. Een jongetje werd naakt achternagezeten door A.C. totdat hij hem met de gesp van zijn riem op zijn rug sloeg. Een meisje vertelde dat zij werd beschuldigd van diefstal van geld uit de portemonnee van de partner van de verdachte waarna hij haar meerdere keren in haar buik schopte. Het meisje begon daarna bloed over te geven. Behalve fysieke mishandeling werden de kinderen ook geestelijk mishandeld doordat ze bijvoorbeeld in een ruimte werden afgezonderd van de rest, geen eten kregen of niet naar school werden gestuurd. De rechter achtte de beschuldiging van mishandeling bewezen en vonniste conform de eis van het Openbaar Ministerie. A.C. kreeg een straf opgelegd van 190 dagen waarvan 185 niet ten uitvoer worden gelegd, een proeftijd van twee jaar en ontzetting uit de functie van directeur of medewerker van een kindertehuis voor de duur van vijf jaar. Met dit vonnis blijft AC. Op vrije voeten. Zijn partner S. kreeg een straf opgelegd van 165 dagen waarvan 161 dagen niet ten uitvoer worden gelegd een proeftijd van twee jaar en ontzetting uit de functie van directeur of medewerker van een kindertehuis voor vijf jaar.