Diplomatie van koffertjes – en ministers zonder ballen

De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp trok de stekker eruit. Geen zin om de minister te spelen die de doden in Gaza stilzwijgend bijschrijft op de rekening van Den Haag. Hij wilde sancties tegen Israël, maar het kabinet? Dat speelde liever stoelendans met de rug naar de werkelijkheid. “Ik voel me belemmerd”, zei Veldkamp. Lees: de rest heeft geen ruggengraat.

Onder Rutte geen staakt-het-vuren, onder Schoof ook niet. Nederland blijft netjes meedeinen op de golven van bondgenootschappelijke hypocrisie. Ondertussen is er wél tijd om twee extreemrechtse Israëlische ministers te weren – een symbolische daad die geen cent weegt. Het echte werk, economische druk, sancties? Dat verdwijnt in achterkamertjes waar koffertjes van belangen en deals worden doorgeschoven.

En de elite? Die lacht, zolang de schijn wordt opgehouden. Intussen marcheert Nederland steeds harder richting het extreemrechtse speelveld van Wilders, waar medemenselijkheid wordt ingeruild voor electorale winst.Veldkamp koos ervoor geen “minister zonder ballen” te zijn. Maar zijn collega’s? Die bleven zitten, keurig op hun pluche.

En zo blijft Nederland een land waar de diplomatie niet in Den Haag wordt bedreven, maar bij de bagageband op Schiphol – koffertjes vol belangen, leeg van moreel gewichtt.