Dikan: “Het landelijke evenredigheidsstelsel heeft ons geen parten gespeeld”

“Het landelijke evenredigheidsstelsel heeft ons geen parten gespeeld,” zegt Edgar Dikan, ondervoorzitter van de politieke partij Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP), afgelopen vrijdagavond na afloop van een dankdienst in het partijcentrum aan de Ephraimzegenweg, tegenover Suriname suriname. Volgens hem heeft elke partij die deelnam aan de afgelopen verkiezingen op hetzelfde ‘politieke speelveld’ meegedaan. “Daaraan heeft het niet gelegen,” benadrukt hij.
Hoewel de partij nog geen formele verkiezingsevaluatie heeft uitgevoerd, geeft Dikan aan dat het in de districten waar de BEP traditioneel zetels behaalde, dit keer anders is verlopen. Dit zou volgens hem te wijten zijn aan de lage opkomst van stemgerechtigden, met name in het district Sipaliwini. Van de 26.038 stemgerechtigden kwamen slechts 11.779 opdagen, wat neerkomt op een opkomst van 45,24 procent.
Dikan erkent de teleurstelling over het behalen van slechts één zetel, maar benadrukt dat dit geen nederlaag is. “We hebben moeilijke maanden doorgemaakt. Er waren vuile politieke aanvallen vanuit alle hoeken, maar we zijn blijven staan. Als partij hebben we gezegd dat we niet met modder gaan gooien. Deze ene zetel noemen wij binnen de partij een ‘diamanten zetel’ — zij heeft ons in de positie gebracht om mede regeerverantwoordelijkheid te dragen binnen de aantredende regering.”
Inmiddels zijn de portefeuilles toegewezen. De BEP heeft Raymond Landveld voorgedragen als minister van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT), om het stokje over te nemen van Uraiqit Ramsaran.
De ondervoorzitter vervolgt: “We hadden gerekend op twee tot vier zetels, maar we hadden de samenleving om zeven zetels gevraagd. Dat zou ons in staat hebben gesteld om eventueel een presidentskandidaat naar voren te schuiven. De feedback uit de districten was positief. Onze achterban was gemotiveerd. De interne analyse zag er goed uit. De boodschap van de partij was duidelijk. De samenleving heeft haar stem uitgebracht, en het resultaat ligt er. We kunnen daar nu niets meer aan veranderen,” aldus Dikan.
Toch blijft hij hoopvol gestemd over de toekomst. Volgens hem is dit niet het moment om te pronken als beleidsmakers. “De samenleving heeft al te veel offers moeten brengen. We doen niet mee aan machtsvertoon. Geen onnodige volgauto’s of andere uitingen. Het volk verwacht inhoud en vernieuwing — geen vertoon.”
De partij wil zich in de aankomende coalitie vooral inzetten voor hervormingen zoals decentralisatie en wetgeving ter bescherming van traditionele leefgebieden. “De wet die sinds 2020 op tafel ligt, moet nu eindelijk worden behandeld. We hebben het al te lang voor ons uitgeschoven. Als wij het nu niet doen, wie dan wel?”
Wat Dikan betreft ligt de focus niet op posities, maar op programma’s. “We willen bijdragen op strategisch niveau — vanuit onze deskundigheid, vanuit ervaring. Niet voor de schijn, maar om daadwerkelijk verschil te maken.” Hij onderstreept dat brede samenwerking essentieel is. “Zonder tweederdemeerderheid geen hervormingen. Daarom zijn we bereid onze verantwoordelijkheid te nemen in een coalitie die de fundamentele uitdagingen van dit land serieus aanpakt.”
Het vertrouwen van de samenleving in de politiek is volgens Dikan ernstig aangetast. “Dat herstel begint met eerlijkheid. Met bescheidenheid. En met zichtbaar resultaat. We moeten ervoor zorgen dat mensen voelen dat we er voor hén zijn, niet voor onszelf.” Hij benadrukt dat de partij de samenleving vanaf het begin wil betrekken bij beleidsvorming en uitvoering.
Dikan laat weten dat de komende weken in het teken zullen staan van de partijevaluatie, interne herstructurering en strategische oriëntatie. “We blijven niet hangen in wat niet is gelukt. We gaan bouwen aan wat wél mogelijk is. Deze zetel is het begin van iets groters.”