Debie: “Probleem dubbele salarissen DNA-leden opgelost”

De Nationale Assemblee (DNA) heeft maandag de behandeling voortgezet van de wetten die de financiële voorzieningen van de drie staatsmachten moeten synchroniseren. Het betreft de Wet Rechtspositie Rechterlijke Macht, Wet Geldelijke Voorzieningen President en Vicepresident van de Republiek Suriname, Wet Geldelijke Voorzieningen Ministers en Onderministers en de Wet Geldelijke Voorzieningen leden en gewezen leden van De Nationale Assemblee.
Radjendre Debie (VHP) gaf tijdens zijn spreekbeurt aan dat met de Wet Geldelijke Voorzieningen leden en gewezen leden van DNA het probleem van dubbele salarissen bij assembleeleden opgelost zal worden.
In de wet is duidelijk opgenomen welke functies een assembleelid niet mag bekleden. Volgens artikel 23 van de wet vervullen assembleeleden geen nevenbetrekking bij de overheid, al dan niet betaald. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat ze hun werk goed doen, eerlijk blijven, en dat de bevolking hen kan vertrouwen.
Volgens de wet is het DNA-lidmaatschap onverenigbaar met andere functies binnen de overheid, zoals het lidmaatschap van de regering en de rechterlijke macht, Staatsraad, Constitutioneel Hof, Raden van Toezicht of Commissarissen bij parastatale bedrijven, politiek-bestuurlijke overheidsambten, de functie van ambtenaar in actieve dienst en het beroep van (sub)contractor, (onder)aannemer, werknemer of opdrachtnemer bij een parastataal bedrijf of een door de overheid gesubsidieerd bedrijf.
Debie legde uit dat met de inwerkingtreding van de wet, leden geen nevenbetrekkingen meer kunnen hebben binnen de overheid, wat het probleem van dubbele salarissen oplost. Hij vroeg echter of dit ook zal gelden voor de dienstverlenende sectoren, zoals artsen, leden van Raden van Commissarissen bij private bedrijven en consultancies.
Debie besprak verder de bepalingen in de Wet Geldelijke Voorzieningen Ministers en Onderministers en stond stil bij de personele en protocollaire voorzieningen waarop ministers, onderministers en hun gezinsleden aanspraak kunnen maken. Volgens artikel 19 van de wet maken deze personen gebruik van diverse voorzieningen op kosten van de staat, waaronder personeel voor interieur- en exterieurverzorging.
Daarnaast kunnen zij rekenen op bijstand van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor reizen naar het buitenland, gebruik van VIP-faciliteiten op de Johan Adolf Pengelluchthaven, plaatsing op de protocollijst van de formele presidentiële lijst en een diplomatiek paspoort. Debie vroeg om opheldering over de noodzaak van deze voorzieningen voor gezinsleden en of deze daadwerkelijk gerechtvaardigd zijn.
Ook stelde hij kritische vragen over het recht op een diplomatiek paspoort voor gezinsleden van ministers en onderministers. Hij vroeg waarom dit noodzakelijk zou zijn en riep de initiatiefnemers op om meer duidelijkheid te verschaffen over deze bepaling.