De recente samenwerking tussen Suriname/Guyana en China voor de bouw van de brug over de Corantijnrivier, kan naar onze mening, absoluut niet door de beugel. Hoewel de economische voordelen op korte termijn aantrekkelijk lijken, moeten de geopolitieke risico’s en de strategische keuzes die Suriname maakt, zorgvuldig worden afgewogen. De brug over de Corantijnrivier, ter waarde van USD 236 miljoen, is bedoeld om de economische samenwerking tussen Suriname en Guyana te versterken. De samenwerking met de China Road & Bridge Corporation is een stap in de richting van betere grensoverschrijdende infrastructuur, maar dan hebben wij het nog niet eens gehad over het Belt and Road Initiative (BRI) van China. Als Keerpunt hierover uitwijdt, dan wordt dit commentaar ondraaglijk lang. Om on topic te blijven, willen wij de waarschuwingen van bestuurskundige August Boldewijn meenemen, die reeds jaren de nadruk leggen op de mogelijke geopolitieke gevolgen die deze brug met zich meebrengt. De brug kan een doelwit worden voor Venezuela, dat zijn aanspraken op het Essequibo-gebied niet zal opgeven, en daardoor kunnen de spanningen met buurlanden toenemen. De geopolitieke kwetsbaarheid van Guyana, met de voortdurende dreiging van Venezuela, zou Suriname, dat als partner betrokken is bij het project, ongewild in een risicovolle situatie kunnen brengen. Het investeren in dergelijke infrastructuur lijkt weinig verstandig, gezien de interne prioriteiten die Suriname zou moeten stellen, zoals verbetering van het onderwijs, de gezondheidszorg en de levensomstandigheden van zijn bevolking. Dit zou de werkelijke focus moeten zijn van het nationaal beleid, niet het aanleggen van grote, dure verbindingen die indirecte risico’s met zich meebrengen.
Dan is Keerpunt ook niet uitgesproken over de bauxietmijnontwikkeling in Bakhuis met het bedrijf Chinalco. Het roept naar onze mening, ernstige vragen op over de langetermijnimpact op zowel de regio als de toekomst van Suriname zelf. De deal met Chinalco voor de exploitatie van bauxiet in het Bakhuisgebied biedt een zorgwekkende uitdaging, want de plannen om ruw bauxiet te exporteren zonder verdere waardetoevoeging binnen Suriname, lijken op korte termijn misschien winstgevend, maar op de lange termijn levert deze strategie Suriname slechts beperkte economische voordelen op. De export van alleen bauxiet levert ongeveer 8,4 miljard USD op, maar de oprichting van een aluinaardeplant kan de waarde van de grondstoffen tot wel 175 miljard USD verhogen. De keuze om bauxiet eerst te exporteren voordat een raffinaderij wordt opgezet, heeft niet alleen negatieve economische gevolgen, maar draagt ook bij aan milieuschade, waaronder een significante uitstoot van koolstof en omzetderving van carbon credits die tussen de 250 en 300 miljoen USD ligt. Bovendien zouden de kortetermijnvoordelen bij de export van bauxiet waarschijnlijk niet opwegen tegen de langetermijnvoordelen van een complete verwerkingsketen binnen Suriname zelf. Het staat ook compleet haaks op het verhaal van de regering dat wij van rondhoutexport naar houtnijverheid zouden moeten gaan, en op de tientallen milieuconferenties die de president in hoogst eigen persoon bezocht heeft. Suriname zou er goed aan doen om zijn natuurlijke hulpbronnen niet te blijven uitbuiten voor kortetermijnwinsten, maar juist te investeren in de waardetoevoeging binnen zijn eigen grenzen. Het opzetten van een aluinaarderaffinaderij in plaats van het exporteren van onbewerkt bauxiet zou niet alleen het economische potentieel van het Bakhuisgebergte veel beter benutten, maar ook bijdragen aan duurzame werkgelegenheid en industriële ontwikkeling binnen het land. Deze keuze zou Suriname in staat stellen om zichzelf als industriële speler te positioneren in de mondiale markten, in plaats van een exporteur van onbewerkte grondstoffen die afhankelijk blijft van externe partijen. Dit heeft de regering ook beloofd en op fora, van de ene kant van de planeet tot de andere, luidkeels verkondigd.
In beide gevallen, zowel bij de brug als de bauxiet deal, moeten de belangen van Suriname op lange termijn centraal staan. De kortetermijnwinsten mogen niet het risico van geopolitieke instabiliteit, economische afhankelijkheid en milieuschade overschaduwen. Suriname moet zijn natuurlijke rijkdommen verstandig beheren en investeren in een duurzame toekomst die ten goede komt aan de eigen bevolking, zonder zichzelf bloot te stellen aan de manipulaties en risico’s van grote buitenlandse partners die mogelijk niet altijd de langetermijnbelangen van het land voor ogen hebben.
The post DEALS MET DE CHINEZEN ..
- Waar eindigt dit?..
- Minister Mac Andrew betreurt besluit Goerdin..
- Strenge controle ECD in Commewijne resulteert in sluiting v…..
- Vermeende genocide in Palestina is antisemitische retoriek..
- Gajadien pleit voor duurzaam beheer olie-inkomsten..
- Inheemsen en milieuorganisatie tegen Chinalco-deal..
- Tapajai of Kabalebo: ‘Suriname moet een keus maken’..
- Tropenbos Suriname en CELOS verlengen samenwerking..
- 14 kandidaten opgeleid tot mediator in strafzaken..
- A piki takru (korpschef blundert voor de 3e keer in korte t…..
- Nationaal Leger houdt open dagen voor jongeren..
- Deel thuis gezette ambtenaren OW na 4 jaar nog steeds niet …..
- Mannenkoor Harmonie sluit 2024 af met ‘Tap’ Yari Concer…..
- Staatsrechtelijke onkunde inzake bevoegdheden onderminister…..
- Gentle kijkt op van deurwaardersexploot over alv Sportcentr…..
- Breuk tussen Brunswijk en Somohardjo..
- KPS reageert op uitlatingen dc Saramacca..
- ‘Goudsector hield economie overeind’..
- Regering maakt geld vrij voor zwaar materieel ministerie OW..
- Voortgang aanleg 110kV-transmissielijn..
- ONDERMINISTERS EN ONDERGESCHIKTHEID..