‘De Vredesverdragen geven ons wettelijk recht op de gronden’

“Na het doen van de excuses van de Nederlandse Premier Mark Rutte stonden we een beetje stil en waren ook een beetje beledigd. Ik hoor hem nog zeggen ‘wi e aksi pardon’”, start Johannes Tojo, ondervoorzitter van het Marron Awareness Platform Suriname (Maps).  Na het doen van het traditioneel plengoffer en het spelen van de apintidron, werd het volkslied gezongen en startte de avond formeel. Het Maps organiseerde woensdag een lezing in het kader van de herdenking van Dag der Marrons in het Naks centrum.
Tekst en beeld Tascha Aveloo

Tojo stelde in zijn betoog dat de marrongemeenschap meent dat die excuses vooral gedaan zijn ‘van de ene regering aan de ander’ maar niet zo zeer aan die gemeenschap die het meest getroffen zijn door de trans-Atlantische slavernij. “Wij vinden dat onze voorouders, zij die hebben gestreden voor vrijheid, zij die de vredesverdragen hebben getekend, niet genoemd zijn in die excuses”. Daarnaast zijn de excuses aangeboden, maar is er geen na traject genoemd. Geen genoegdoening. En daarover wil Maps nadenken met alle Marrongemeenschappen.

“Maar ze komen uit Holland, hebben hun project geschreven, geld gehad en komen hier hun dingen doen. Neokolonialisme is dat”

Niets hem zal weerhouden
De organisatie heeft bij de opstart alle traditionele hoofdgezagdragers vanuit alle stammen benadert – Saamaka, Okanisi, Matawai, Aluku, Pamaka en Kwinti – om een afgezant te benoemen, die zitting zal nemen in Maps. “En ook onze inheemse broeders en zusters nemen wij mee in deze strijd. We moeten hen die eer geven, want toen onze voorouders in het bos terecht kwamen waren zij het, die ons wegwijs hebben gemaakt”.
Daarna was het de beurt aan Maps-voorzitter kabiten Johannes Niavai, om zijn inleiding te houden over ‘Marronage’. Hij ging in op de geschiedenis hoe men gekomen is tot het tekenen van de vredesverdragen. Bekende geschiedenis, maar doorspekt met interessante bijzonderheden en anekdotes.
Alvorens de voorzitter startte was het de beurt aan de jonge Dikembe Abiansi om te zorgen voor een cultureel intermezzo. Hij presenteerde een krachtig gedicht over de strijd van zijn voorouders, waarin de verdrukker dacht hen te breken en te ketenen. “Ma na mi na nengre, ma mi bubu blaka, mi denki lepi, da yu denki yu sa hori mi na katibo ete”. Een imposante presentatie waarin hij stelt dat door het overwinnen van de koloniale overheersers, niets hem zal weerhouden om te bereiken wat hij wil.
De getekende vredesverdragen geven wettelijk recht
Niavai: “Marronage staat simpelweg voor zij die zijn weggevlucht van de plantages naar het oerwoud om daar hun eigen nederzetting of woongemeenschap op te richten”. Hij meent dat alleen in Suriname het is gelukt om gemeenschappen te bouwen die zijn blijven bestaan.
Het is geprobeerd op andere eilanden, maar het is niet gelukt om te komen tot stamvorming zoals in Suriname. Niavai stelde dat er reeds veel geschreven is over de geschiedenis van de Marrons en over de vredesverdragen, door onder anderen Andre Pakosie. Maar er zijn veel meer bijzondere wetenswaardigheden die onderzocht en gebruikt kunnen worden om de geschiedenis te schrijven vanuit het eigen perspectief.
(Lees verder onder de )

Het moment dat Dikembe Abiansi zijn gedicht presenteerde.“Vroeger riep men ons ‘dyuka, blauwkop, alle soorten negativiteit, maar dat zijn we ontstegen. We zijn ontwikkeld, maar we moeten vooral niet vergeten waar we vandaan komen. We hebben getekend als ‘Marrons’. En alles wat ons toekomt, is vanuit dat ‘Marron-zijn’”.
Hij stelde dit omdat hij gelooft dat de groep Marrons omwille van ‘eenwording met de ‘stads creolen’, de naam ‘Afro-Surinamers niet door hen gebruikt zal worden. “Als je de naam veranderd, dan verandert ook het recht dat we hebben. De getekende vredesverdragen geven ons wettelijk recht op de gronden, dat ze van ons zijn”.
Culturele verschillen en de geestelijke binding
Hij is alleszins voor samenwerking, maar hij gelooft niet dat ‘eenwording’ mogelijk is vanwege vooral de vele diepgaande culturele verschillen en de geestelijke binding die er is met de voorouders. “Bij het tekenen van de verdragen heeft kabiten Fabi Labi met zijn bloed een verbond gesloten waarbij gesteld werd dat als het koloniaal gezag hun belofte niet nakwamen, dat het niet goed voor hen zou aflopen.”
Niavai zei dat hij bekende geleerden heeft horen zeggen dat deze verbintenissen vastgelegd in de vredesverdragen niet meer gelden en vervallen zijn. “Deze verdragen hebben geen vervaldatum”, stelde hij resoluut. “Maar het staat zwart-op-wit, en is verzegeld met bloed”.
Veel mensen wisten niet dat na de vredesverdragen, de Marrons niet zomaar in de stad mocht blijven. Ze mochten alleen met een pasje binnenkomen. “Als ik kwam met zes man moest ik weer met zes man vertrekken. Men was bang voor ons. Dat heeft er ook toe geleid dat wij geen gronden konden …