De Surinaamse presidentiële koorts

In Suriname lijkt het alsof iedereen besmet is met een vreemde ambitie: president worden. Zelfs de jongste politieke pionnen geven zich over aan deze droom. Ricardo, onze scherpzinnige politicoloog, bekijkt deze situatie met een kritische blik.

“Waarom denkt toch iedereen dat ze de president kunnen worden?”, vraagt Ricardo zich af. “Zijn ze zich er niet van bewust dat ons systeem eigenlijk geen presidentieel stelsel is? Mensen die dat niet begrijpen, moeten misschien niet eens in de politiek zijn.”

Hij haalt een recent voorbeeld aan. “Er was eens dit gerucht over een ‘groene’ politicus, niet te verwarren met een milieubeweging,” grinnikt Ricardo. “Deze persoon speelde met de gedachten om president te worden, ondanks zijn verleden in de archieven. Daarin werd hij al eens afgewezen als kandidaat vice-president in de DNA.”

Ricardo schudt zijn hoofd. “Zijn groene partij, ooit een grote speler, verloor glans en zelfs de verkiezingen van 2020”, legt hij uit. “In plaats van zijn partij weer op te bouwen, blijft hij dagdromen over het presidentschap. Ondertussen is de basis van zijn partij een wrak.”

Het raakt Ricardo dat sommigen niet eerst hun eigen partij weer op de rails zetten. “Het laat zien dat ze blind zijn voor wat er echt toe doet”, merkt hij op. “Dit zegt veel over zijn prioriteiten. De ambitie om president te worden zonder een sterke partijbasis is als een huis bouwen zonder fundament – het kan niet blijven staan.”

Met zijn scherpe commentaar benadrukt Ricardo dat echte leiderschap begint met verantwoordelijkheid binnen de eigen gelederen. Alleen door de fundamenten van bestaande structuren te versterken, kan er duurzame groei en verandering plaatsvinden.