‘De president moet letten op zijn woordkeuze’

door

Pg Paragsingh weerspreekt afhankelijke positie tegenover president
door Wilfred Leeuwin

PARAMARIBO — Garcia Paragsingh is er niet gelukkig mee dat in de samenleving de indruk bestaat dat zij in haar functie van procureur-generaal tezamen met haar parket “op de schoot zit van president Chandrikapersad Santokhi, opdrachten van hem uitvoert en daarmee de onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie in het geding is”. “Dat is absoluut niet juist!” zei Paragsingh vrijdag tijdens een persmoment met journalisten, waar zij inging op vragen die te maken hebben met het werk van het Openbaar Ministerie (OM). Zelf heeft zij deze ‘geluiden’ ook gehoord vanuit de samenleving.
Na haar te hebben geconfronteerd met uitspraken van het staatshoofd dat vaker zegt de pg opdracht te hebben gegeven en dat daardoor die indruk wordt versterkt, zei Paragsingh: “De president moet wel letten op zijn woordkeuze.”
Naast de president heeft zijn zoon Richano meerdere keren stellig verklaard dat zijn vader opdrachten geeft aan het OM. “Mensen kunnen van alles roepen, maar wij weten dat het niet waar is”, reageerde Paragsingh daarop.
De pg benadrukte dat de enige manier waarop het OM afhankelijk is van de uitvoerende politieke macht, te maken heeft met het krijgen van financiële middelen van het ministerie van Financiën en Planning om het werk te kunnen uitvoeren.
Artikel 148 Grondwet
De baas van het vervolgingsapparaat haalde artikel 148 van de Grondwet aan. Daarin staat: ‘De regering bepaalt het algemeen vervolgingsbeleid. In het belang van de staatsveiligheid kan de regering in concrete gevallen aan de procureur-generaal bevelen geven met betrekking tot de vervolging’. Paragsingh zei dat alleen in verband met de staatsveiligheid de president de pg instructies kan geven.
Voor wat het vervolgingsbeleid betreft, haalde ze aan dat het wel zou kunnen voorkomen dat de regering of de president zou kunnen aangeven dat vanwege het gebrek aan cel-capaciteit bijvoorbeeld personen die kleine hoeveelheden drugs uitvoeren, niet worden ingesloten. In die gevallen zou het OM rekening kunnen houden met een beleidsprioriteit van de regering. “Maar niet dat de president de pg kan verbieden iets niet te doen.” Ook wees zij erop dat ten aanzien van de veiligheid de regering wel verantwoording is verschuldigd aan De Nationale Assemblee.
De pg werd erop gewezen dat de in de Grondwet aangeven bewoording – de president is belast met het algemeen opsporingsbeleid – voor een samenleving als de Surinaamse vrij onduidelijk is. De vraag is daarbij vaak als dat ook betekent dat de president mag vervolgen, wie wel of niet mag worden opgepakt en ingesloten.
Recente gebeurtenissen waarbij burgers kritiek hebben geleverd op het staatshoofd en daarbij zijn ingesloten, heeft de indruk in de samenleving versterkt dat de regeringsleider zelf ook het vervolgingsbeleid bepaalt. Overigens, Santokhi heeft meerdere malen dit artikel van de Grondwet geciteerd om zijn machtspositie, ook bij de rechterlijke macht, te demonsteren.
Paragsingh en haar staf gaven toe dat het gemis van een memorie van toelichting bij de Grondwet kan maken dat artikelen, zoals dat over het algemene opsporingsbeleid, verkeerd kunnen worden geïnterpreteerd. Gehoopt wordt dat met de uitleg van de pg de media dat goed kunnen vertalen naar de samenleving.