De onderminister in de grondwet!

Suriname heeft sedert 1975 een eigen grondwet. Door deze grondwet is het mogelijk binnen de regering, het openbaar bestuur, onderministers te benoemen. Na 1975 t.w. 1977 is er een onderminister benoemd op het ministerie van Binnenlandse Zaken die belast was met het uitgeven van staatsbladen.

Als hoofd van de afdeling Algemene Zaken viel de uitgifte van staatsbladen ook onder mijn verantwoordelijkheid. Na de benoeming van de onderminister kwam ik met hem in aanvaring omdat hij vond dat, na het resumeren, hij eerst gekend moest worden voordat een ontwerp van wet of bestuursbesluit, in het staatsblad geplaatst kon worden. Toen was prof. mr. dr. Coen Ooft, staatsrechtgeleerde, minister van Binnenlandse Zaken.

Achteraf gaf ik hem gelijk omdat in eerste instantie ik ervan uitging dat de paraaf van de man geen enkele toegevoegde waarde had, niet in acht genomen hebbende de politieke verantwoordelijkheid die ik niet kon dragen. Daarna zijn er in de loop der jaren op verschillende ministeries onderministers benoemd. Laatstelijk nog in de periode 2010 – 2020 tijdens de regering Bouterse.

Op 16 juli 2020 nam een regering Santokhi de bestuursmacht over middels een valse start bij Presidentieel Besluit van 16 juli 2020 no. 14/2020 ( S.B. 2020 no. 141). Vanaf deze periode is er een nieuwe mode ontstaan binnen het openbaar bestuur met betrekking tot de uitleg van bepaalde grondwetsbepalingen.

Zo wordt zijdelings beweert dat de onkundige wijze waarop is omgegaan met de bepaling van artikel 124 van de grondwet aan de bepaling zelf ligt omdat de redactie ervan vele vragen oproept. Hier hebben wij te doen met de Staat, een landsbestuur, waarbij het legaliteitsbeginsel een waarborg voor ons andersdenkenden moet zijn. Vandaar dat de vergelijking met een bedrijf niet past.

Overigens de formulering van artikel 45 van de grondwet van de Republiek Suriname van 1975 (S.B. 1975 no. 2) luidt als volgt:Bij de ministeries kunnen onderministers worden benoemd, die in de gevallen waarin de minister het nodig acht en met inachtneming van diens aanwijzingen, in zijn plaats als minister optreden. De (deze) onderminister is uit dien hoofde verantwoordelijk aan het parlement, onverminderd de verantwoordelijkheid van de minister.

In de huidige grondwet artikel 124 staat dezelfde redactie met één verschil dat de onderminister toen aan het parlement verantwoording moest afleggen, omdat hij onder het parlementair stelsel functioneerde. Thans moet hij aan de president verantwoording afleggen, omdat hij deels onder het presidentieel stelsel valt. Zo moeilijk is het toch niet?Dan die poespas met het Presidentieel Besluit no 49/ 2024, een onderminister kan alleen worden benoemd als hij/zij met een deel van de taken omschreven in het Besluit Taakomschrijving Departementen  ( S.B. 2020 no. 191 ) van 14 oktober 2020, voorkomende op het Ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer, wordt belast.

In het onderhavige Presidentieel Besluit is maar één onderdeel namelijk de bepaling onder c van de taakomschrijving van het ministerie rechtens opgenomen. Alle overige formuleringen zijn in strijd met het staatsbesluit en ook onuitvoerbaar.Als u weet wat een beschikking is dan zult u begrijpen waarom een beschikking niet vooraf kan worden geparafeerd.

Krachtens het Staatsbesluit van 6 november 1996, Houdende Vormgeving van Wettelijke Regelingen, Staats- en Bestuursbesluiten ( S.B. 1996 no.54 ) met name artikel 8 is een beschikking “Een besluit door één of meer ministers genomen, ter uitvoering van de aan hem of hen opgedragen departementale taak en door hem of hen ondertekend”.

De totale afhandeling is ondeugdelijk en de politieke vertoning walgelijk. Daar gelaten de handelingen voor de zoveelste keer in strijd met wet en recht. Nooit eerder heeft een regering in Suriname zoveel brokken binnen het bestuur van het land gemaakt. Dit alles komt door onzuiverheid en een politieke grondhouding van leugen en bedrog. Het wordt een mooie grap in het land. Steeds als zaken niet naar inzichten van sommige deskundigen uitkomen, krijgt de grondwet de schuld. Het is nooit goed genoeg.Eugène van der San