De koers van het wantrouwen

In Suriname stijgt de temperatuur niet alleen door het tropisch klimaat, maar ook door de koortsachtige stijging van de valutakoersen. Terwijl de Amerikaanse dollar en de euro nieuwe hoogten bereiken, zakt het vertrouwen van de burger tot een dieptepunt. De economische realiteit is hard: prijzen rijzen de pan uit, boeren raken ontmoedigd, huurders zien hun lasten verdubbelen. En de overheid? Die zwijgt. Of erger nog: ze kijkt toe.Wat zich op dit moment in Suriname voltrekt, is geen klassiek economisch probleem. Het is een vertrouwenscrisis met politieke wortels, die zich vertaalt in economische instabiliteit. De valutakoers is een gevoelige graadmeter voor het vertrouwen in de economie. Als de vraag naar buitenlandse valuta stijgt, en tegelijk het vertrouwen in de SRD daalt, gaat de koers omhoog. Dat betekent in de praktijk: import wordt duurder, prijzen stijgen, en de koopkracht daalt.Maar die koersstijging is niet uitsluitend een gevolg van verslechterde economische fundamenten, zoals lage productie of hoge buitenlandse staatsschulden. De kern van het probleem is vertrouwen — of beter gezegd: het gebrek daaraan. De markt heeft het vertrouwen in de politieke leiding verloren. En dat is misschien wel het meest verontrustende signaal van allemaal. Want als vertrouwen wegvalt, kan zelfs een stabiele economie in een crisis terechtkomen.Economen en analisten slaan terecht alarm: deze koersstijging lijkt minder het resultaat van pure marktwerking, en meer van speculatieve anticipatie op politieke instabiliteit. Kapitaalkrachtige actoren spelen in op verwachte chaos en versterken die vervolgens zelf. Zo ontstaat een zelfvervullende profetie die de samenleving in haar greep houdt. En zoals altijd zijn het niet de speculanten die de prijs betalen, maar de gewone burger.De landbouwsector wordt nu verder uitgehold door stijgende kosten voor kunstmest, veevoer en transport. Steeds meer boeren verlaten hun landbouwgronden en zoeken betere marges in de bouw of in andere sectoren. Dit is geen natuurlijke economische verschuiving, maar een vlucht — een vlucht uit een sector die niet langer levensvatbaar is in een systeem waarin de markt overheerst, maar de mens wordt vergeten.En toch blijft het stil aan de top. De Centrale Bank en het Ministerie van Financiën overleggen, maar concrete maatregelen blijven uit. Alsof men hoopt dat de storm vanzelf zal overwaaien. Maar economische stormen zijn geen natuurverschijnselen. Ze zijn het gevolg van politieke keuzes — of van het uitblijven daarvan.Wat nodig is, is geen puur technocratische ingreep, maar een moreel kompas. Een visie die verder reikt dan de verkiezingscyclus. Suriname heeft geen behoefte aan kortademige valutaveilingen die de monetaire reserves uitputten zonder structureel effect. Het land heeft behoefte aan leiderschap dat durft te hervormen, dat transparant is en dat de samenleving betrekt bij de koers die gevaren wordt.Andere landen hebben laten zien dat het anders kan. Ghana, Egypte, zelfs Rwanda — landen die geconfronteerd werden met vergelijkbare crises, maar die kozen voor samenwerking met internationale instellingen, voor structurele hervormingen en voor het herstellen van vertrouwen. Niet door te zwijgen, maar door te communiceren. Niet door te gokken, maar door te plannen.Suriname moet investeren in zijn mensen. In degelijk onderwijs, in duurzame lokale productie, in sociale vangnetten voor wie het nodig heeft. Want een economie is geen spreadsheet; het is een samenleving. En een samenleving floreert niet op basis van rekenmodellen of marktindicatoren, maar op basis van vertrouwen, rechtvaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid.Dat betekent ook dat de overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen in het beschermen van de meest kwetsbaren. Tijdelijke inkomenssteun, gerichte subsidies voor voedsel en basisvoorzieningen, en het ondersteunen van kleine boeren en MKMO’s (micro-, kleine en middelgrote ondernemingen) zijn geen luxe, maar een noodzaak. Want als de markt faalt, moet de overheid optreden — niet als redder van de elite, maar als beschermer van het collectief.De huidige crisis is voor de komende regering een kans — een pijnlijke, maar noodzakelijke kans — om het roer radicaal om te gooien. Om te kiezen voor een economie die werkt voor iedereen, niet alleen voor zij die kunnen speculeren. Om te bouwen aan een toekomst waarin de waarde van een munt niet wordt bepaald door angst, maar door vertrouwen. Waarin economische groei niet wordt afgemeten aan de winsten van enkelen, maar aan de vooruitgang van velen.De vraag is niet of de overheid iets moet doen. De vraag is waarom ze het nog niet gedaan heeft. En of ze bereid is eindelijk te luisteren. Niet naar de markten, maar naar de mensen die het meest geraakt worden. Want uiteindelijk is de echte waarde van een munt niet wat erop gedrukt staat, maar wat zij betekent voor degenen die ermee moeten leven.Vincent Roep