Dasai: Rijke landen blijven dwarsliggen om te helpen bij milieuschade

door

door
PARAMARIBO — “Als het gaat om financiering ben ik niet helemaal tevreden, maar we hebben wel andere zaken kunnen afspreken. Die zijn ook heel belangrijk”, zegt minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu tegen de Ware Tijd. Hij doelt op resultaten tijdens de Conference of Parties (COP) in Cali, Colombia.

De bewindsman, die persoonlijk aanwezig was, had meer concrete financiële toezeggingen verwacht voor Suriname en andere landen in de regio. “Rijke landen schijnen echter niet bereid te zijn om met geld milieuschade in kwetsbare landen te helpen beperken.”

“Wij behoren tot de meest kwetsbare landen in de wereld, dus we zouden eigenlijk juist meer financiering moeten krijgen”

De minister benadrukt dat Suriname veel gesprekken heeft gevoerd en vooral netwerken met landen in de regio heeft aangescherpt. Afgesproken is dat de landen gebruik kunnen maken van elkaars technologie. “Brazilië heeft bijvoorbeeld een geweldig monitoringsysteem wanneer het gaat om ontbossing en andere illegale praktijken, maar ook bosbranden. Het is bereid dat te delen met ons.”
Market-based financiering
Dasai erkent dat het soms heel moeilijk is om geld los te krijgen uit de fondsen die internationaal beschikbaar zijn voor milieuschade. “Landen als Suriname hebben niet altijd de capaciteit om de juiste projectvoorstellen te schrijven en om de data te verzamelen die we nodig hebben”, noemt hij als één van de redenen waarom het niet lukt.
Zijn focus is daarom naast de traditionele fondsen op ‘market-based financiering’ gericht. “Dat is een mechanisme waarbij je als land zelf ervoor kan zorgen dat je mitigeert. Met de resultaten die je bereikt door de mitigatie kan je dan credits verdienen.”
Dasai denkt dat het goed is als een soortgelijk model wordt gehanteerd bij onderhandelingen over de bescherming van de biodiversiteit. “Dat hebben we recent in Colombia besproken. Als dat wordt geïntroduceerd hoeven we niet op de traditionele fondsen te wachten.”
Omdat ook Brazilië niet tevreden is over de bureaucratie die er is bij de aanvraag van financiering, komt het binnenkort met een eigen fonds. Dasai: “Als dat er is, dan denk ik dat het gemakkelijker zal gaan voor ons.”
Vuist maken
Om de druk op de rijke landen te verhogen, zodat ze flexibeler worden in het beschikbaar stellen van geld voor klimaatschade en bescherming tegen klimaatverandering, moeten landen in de regio volgens de minister beter samenwerken. “De Afrikaanse landen bijvoorbeeld hebben een sterke stem. Zij kunnen de verdeelsleutel van het totale budget van klimaatfinanciering in hun voordeel krijgen omdat ze goed met elkaar samenwerken.”
Hij meent dat de Small Island Developing States, de zogenaamde Sits-landen, regelmatig moeten aanhoren dat ze een kleine bevolking hebben en daarom dus minder geld krijgen. Dat is geen steekhoudend argument vindt de minister. “Wij behoren tot de meest kwetsbare landen in de wereld, dus we zouden eigenlijk juist meer financiering moeten krijgen. Maar dat kan alleen als we een sterkere vuist maken. Dan kunnen we meer vragen.”