Crisis blijft voortsudderen

DE SURINAAMSE ECONOMIE heeft haar stabiliteit teruggewonnen, zo werd bij de laatste evaluatie van het programma van het Internationaal Monetair Fonds voor Suriname gesteld. Dat is vooral gebeurd dankzij het programma van de instelling uit Washington.

Het is natuurlijk lovenswaardig wat de regering de afgelopen jaren heeft bereikt, maar het is zeker geen reden om nu lui achterover te gaan hangen. Want dit zijn pas de hele voorzichtige eerste stappen die zijn gezet.

“Drie jaar geleden waren we nog bezig met het blussen van de brand. Nu is het vuur onder controle, maar we moeten waakzaam blijven”IMF-director Andre Roncaglia

Er moet nog heel veel werk worden verzet voordat de economie en de financiële huishouding van het land echt gezond is. Met name zal de bezem door het logge overheidsapparaat moeten en zal de corruptie moeten worden aangepakt. Ofwel dat er eindelijk wat aan wordt gedaan zodat in Suriname ook sprake zal zijn van goed bestuur.

Tussen de regels door kon je van IMF-vertegenwoordigers horen dat ze er een hard hoofd in hebben dat die hervormingen ook daadwerkelijk worden doorgevoerd. Dat bleek ook uit de zeer zorgvuldig gekozen woorden van Andre Roncaglia, executive director van het IMF.

“Drie jaar geleden waren we nog bezig met het blussen van de brand. Nu is het vuur onder controle, maar we moeten waakzaam blijven”, zo zei hij vorige week. Hij weet ook dat er verkiezingen in Suriname aan zitten te komen en politici in campagnetijd graag met geld smijten, om naderhand pas te kijken hoe de gemaakte schulden moeten worden afgelost.

Bovendien is het maar de vraag of het land echt uit de crisis is of dat het IMF-programma alleen het macro-economische plaatje heeft verbeterd. Getuige de vele problemen die er nog zijn, is er voor de gemiddelde burger nog steeds geen of nauwelijks verbetering opgetreden in zijn of haar omstandigheden.

De EBS-, SWM- en gastarieven gaan nog iedere maand de lucht in, terwijl ook de prijzen in de winkels regelmatig stijgen. De uitvoering van het sociale programma daarentegen laat nog heel veel te wensen over, waardoor veel mensen iedere maand nog moeite hebben om uit te komen. Dus voor een aanzienlijk deel van de samenleving is er nog altijd sprake van een crisissituatie.

Roncaglia zei in ieder geval niet dat het leed voor de Surinamers volledig voorbij is. Dit in tegenstelling tot minister Stanley Raghoebarsing van Financiën & Planning die, evenals overige regeringsleden, al vaker heeft geroepen dat Suriname uit de crisis is.

Volgens de IMF-vertegenwoordiger is dit pas het begin en moeten de ingezette hervormingen worden voortgezet. Roncaglia riep de bevolking op om wat dat betreft druk te blijven uitoefenen op de overheid en het parlement.

En daar zit nou juist een belangrijk knelpunt voor Suriname. Want de regering en het parlement laten zich absoluut niet onder druk zetten door de bevolking. Bovendien zijn ze vooral bezig zich voor te bereiden voor de verkiezingen, echt regeren is van een latere zorg. Daardoor is de kans heel groot dat de kritische woorden van Roncaglia aan dovemans oren zijn besteed en de crisis blijft voortsudderen.