Congres Onderwijs binnenland wil breken met brandjes blussen

‘Papa siköö no bigin ete’
De problemen van het onderwijs in het binnenland lijken bijna onoverkomelijk. Elk jaar weer op hetzelfde tijdstip dienen dezelfde problemen zich aan. Vervoerders zijn niet betaald, het water in de rivieren staat laag, de leerkrachten hebben geen of onvoldoende drinkwater en zo kan verder worden opgesomd. Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) wil niet langer brandjes blussen. Tijdens het onderwijscongres van 25 oktober in Hotel Torarica moeten belanghebbenden gezamenlijk komen met structurele oplossingen.

Tekst en beeld Euritha Tjan A Way
Waldi Ajaiso van het dorp Gunsi is de wanhoop nabij. “Snappen mensen wel dat het kind in het binnenland ook recht heeft op onderwijs? Mijn kinderen waren in de stad in de vakantie. Ze zaten te dwingen om naar huis te gaan, naar school. Ik stuur ze naar huis en als ik mijn zoon bel hoor ik de teleurstelling in die jongen zijn stem. Papa siköö no bigin ete”, verzucht hij in gesprek met de Ware Tijd.

“We moeten niet alleen erkennen dat het binnenland een bepaald verzorgingsgebied is en de kinderen een achterstand in te halen hebben. We moeten ook in onze begroting laten zien dat we die achterstand willen inhalen”
OWC-minister Henry Ori
Professor Franklin Jabini is sinds het aantreden van Ori aangesteld als hoofd van de denktank Onderwijs binnenland. Zijn onderzoek toont aan dat het probleem zo ver teruggaat en dat er zo bitter weinig is gedaan met alle bevingen van alle onderzoeken, dat kan worden geconcludeerd dat zonder een dosis politieke wil en een buidel met meer geld, structurele oplossingen zullen uitblijven.
Historisch belast
Een onderzoek dat werd gepubliceerd in 1951 registreerde dat het beperkte lager onderwijs (BLO of Belo) in de districten ‘in alles was beperkt: in het leerplan, in de kwaliteit der leerkrachten en in de betaling van deze laatsten’. De redenering van de beleidsmakers toen ging uit van ‘de op zichzelf juiste stelling, dat kinderen in de districten, andere onderwijsbehoeften hebben dan de kinderen in de stad’.
Echter, aan deze kinderen werd niet naar hun behoefte volwaardig onderwijs geboden. Wanneer er moest worden ingekort in de overheidsfinanciën leden de districten (inclusief het binnenland) als eerst daaronder. In 1981 stelde een commissie Onderwijs binnenland onder voorzitterschap van Ewald Meyer de ‘Nota aangaande het onderwijs in het binnenland’ samen.
De eerste uit een achttal dringende aanbevelingen was dat de ontsluiting van het binnenland door de aanleg van wegen moest in het belang van het onderwijs, dat er op korte termijn maatregelen moesten worden getroffen op het stuk van huisvesting, infrastructuur, sociale en nutsvoorzieningen en ook medische verzorging voor de leerkrachten in het binnenland en invoering van scholen voor voortgezet onderwijs. Gezien de huidige situatie is vanuit deze nota maar weinig actie ondernomen.
Voortbouwen op bevindingen
Het ophopen van jaren structurele verwaarlozing laat zich nu extra gevoelen. Vandaar ook dat bij het onderwijscongres ‘Samen onderwijstoekomst bouwen’ van oktober vorig jaar naar voren kwam dat het onderwijs in het binnenland samen met het bijzonder onderwijs dringende aandacht behoeft. Het onderwijscongres van vrijdag zal dus voortbouwen op de bevindingen van 2023.
De denktank en de minister hebben intussen de situatie in het binnenland onderzocht en zijn van mening dat een aantal zaken fundamenteel anders moet. “We weten bijvoorbeeld dat in oktober het de grote droge tijd is. Rivieren zijn dan bijna onbegaanbaar en dan wordt het dus moeilijk om leerkrachten en hun spullen over de rivier te vervoeren. Moeten we dat desondanks op dat tijdstip blijven doen of moeten we ons schikken naar het al jaren bekende weerpatroon?” werpt Jabini op.
Het voorstel wordt bekeken om het onderwijs dan later te laten beginnen in het binnenland en de grote vakantie te verzetten. Dit was al door de vorige minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, Marie Levens aangestipt in diverse gesprekken met de Ware Tijd.
Unieke overlegstructuur
Een andere out-of-the-box-gedachte is om het onderhoud van de schoolgebouwen op een andere manier ter hand te nemen. De gemeenschappen in het binnenland zouden daarin een bepaalde rol moeten spelen. “We hebben een unieke situatie nu. De leiders van het binnenland zijn verenigd in een gezamenlijke overlegstructuur. Ze zijn ook gevraagd om mee te doen aan het congres. We gaan hen vragen om een bepaalde commitment in hun gemeenschappen op gang te krijgen om het onderhoud van de scholen ter hand te nemen”, zegt Jabini.
Ori vult aan: “Dat zou een geweldige oplossing zijn. Samen met de bestuursdienst in de gebieden zou dat kunnen worden aangepakt. Samen met het decentraliseren van het onderwijsbudget dat is bestemd voor deze gebieden.”
Politieke commitment
De minister benadrukt dat er een politieke commitment moet zijn om bovenop het bedrag dat is begroot voor OWC – dat in 2025, 9 …