Column: Ongewenste situatie Zwembond

Bij de Surinaamse Zwembond (SZB) is er al enkele jaren een ongewenste situatie. Nadat de gekozen voorzitter in 2021 -slechts enkele maanden na zijn verkiezing-, door de algemene ledenvergadering (a.l.v.) werd afgezet, is er nog steeds geen nieuw bestuur. Het interim bestuur dat toen overnam, zit na ruim 3 jaren nog steeds aan. Volgens het woordenboek betekent interim zoveel als tussentijds oftewel tijdelijk. Het kan dus nooit de bedoeling zijn dat een tussentijdsbestuur zoveel jaren aanzit. Ik kom niet aan de reden waarom de a.l.v. reeds na enkele maanden de samenwerking met het bestuur heeft opgezegd, maar stel wel vast dat het niet wenselijk is om zo lang door te gaan met een voorlopig bestuur. In de meeste organisaties is statutair bepaald dat zo een bestuur beperkte bevoegdheden heeft. Hoewel de tussentijdse voorziening de goedkeuring geniet van de overkoepelende organisatie (FINA), moet er liever vandaag dan morgen een nieuw bestuur worden gekozen.Ik kom niet aan de competentie van het interim bestuur -integendeel is het prijzenswaardig dat deze bestuurders bereid waren om in zo een turbulente periode hun schouders onder het werk te zetten. Echter werkt het belemmerend op de ontwikkeling van de zwemsport in het algemeen. Er is zoveel werk aan de winkel om de zwemsport verder te ontwikkelen, maar organisaties staan niet te springen om zaken te doen met een tijdelijk bestuur. Behalve dat de FINA het tussentijdsbestuur heeft erkend, heeft zij ook aanbevelingen gedaan. We zijn nu jaren verder en er is geen zicht op of het tijdelijk bestuur gewerkt heeft aan de aanbevelingen. Kan er openheid van zaken gegeven worden zodat er waar nodig hulp geboden kan worden om zaken te finaliseren?

Kan dezelfde a.l.v. als hoogste orgaan binnen de organisatie ingrijpen, zodat er weer adequaat beleid gevoerd kan worden bij deze zo belangrijke tak van sport? Het is niet nodig om een schuldige aan te wijzen, maar de verschillende actoren moeten voor zichzelf nagaan hoe ze de zwemsport het beste kunnen dienen. Er is zowel nationaal als internationaal heel veel te doen en hoe langer deze situatie voortduurt, hoe moeilijker het wordt voor onze sporters om aan te haken bij het regionaal en internationaal niveau. Ook voor de ontwikkeling op nationaal niveau is het van essentieel belang om een bestuur met mandaat te hebben, zodat er met de overige actoren kan worden samengewerkt om beoefening van de sport landelijk te kunnen bevorderen.

De bestuursperikelen bij de zwembond duren nu al jaren en indien de interne organen niet in staat zijn om de gelederen te sluiten, dan is het de hoogste tijd om buitenshuis hulp te zoeken. Het heeft geen zin dat betrokkenen op hun strepen blijven staan. In het belang van de sport en de beoefenaars lijkt het beter dat de meningsverschillen worden bijgelegd en partijen elkaar weer vinden. Indien de verschillen onoverkomelijk zijn, dan moet de a.l.v. niet langer blijven toekijken, maar een eind maken aan deze onsmakelijke situatie door nieuwe verkiezingen te eisen.