Column: Now, di w’woyo yagi

Hans Breeveld

Onze verkiezingen hebben zo hun kleurrijk verleden. Van de odo (Surinaamse zegswijze) werd daarbij vaak dankbaar gebruikgemaakt. Als reactie op voorspellingen van politieke leiders over het ruime aantal parlementszetels dat hun politieke partij bij de aanstaande verkiezingen zou behalen, werd de volgende odo vaak gebruikt: Te w’woyo yagi un sa syi suma seri. (Bij het scheiden van de markt zal blijken wie wel en wie niet verkocht heeft.)A w’woyo yagi, de verkiezingen zijn voorbij. “Suma seri, suma lasi?” Dat weten wij nu ook. Weer bleek, naar de smaak van onze kiezers, dat het aantal politieke partijen te veel is – of is er een partijmoeheid opgetreden? De meeste kiezers waren in ieder geval terug bij hun ‘oude’ vertrouwde politieke partijen. Trouwens, vele prognoses en opiniepeilingen gaven reeds maanden van tevoren aan dat de grote kanshebbers waren: NDP, VHP, NPS, ABOP, PL, BEP en A20.Iedereen mag elke dag een politieke partij oprichten, maar als het niet duidelijk is waarin deze ‘nieuwe’ politieke partij zich van anderen onderscheidt, dan is de kans groot dat het electoraat terugvalt op hun ‘oude’ partijen. De vraag is of wij, wat partijvorming betreft, niet toe zijn aan een heroriëntatie?Ooit probeerde men met de 1%-regeling het aantal partijen te reguleren dan wel te beperken. Partijen die wilden deelnemen aan de verkiezingen moesten toen bij hun inschrijving middels een ledenlijst aantonen dat het aantal kiesgerechtigde leden ten minste 1% van het totaal aantal kiesgerechtigden in Suriname bedroeg. In 2020 werd de 1%-regeling terecht afgeschaft. Het kwam namelijk te vaak voor dat partijen die bij hun inschrijving een ledenlijst van 5.000 leden en meer presenteerden, tijdens de daaropvolgende verkiezing nog geen 500 stemmen verwierven.In plaats van de 1%-regeling werd het storten van een waarborgsom geïntroduceerd. Een goede vervanging, aangezien de verkiezingen in Suriname tot de duurdere ter wereld mogen worden gerekend. Partijen die ten minste één zetel behalen, krijgen de gestorte waarborgsom terug. Suriname is niet het enige land dat het aantal deelnemende politieke partijen probeert terug te brengen tot acceptabele proporties.Er zijn landen die dat op dezelfde manier proberen te bereiken, of via het instellen van bijvoorbeeld een kiesdrempel.In 1987 werden via de Grondwet (art. 53) en de Wet Politieke Organisaties strikte regels – en naleving daarvan – binnen politieke partijen geëist, onder andere ter versterking van de interne partijdemocratie. Dit was de voorwaarde voor de belangrijke positie die de politieke partijen vanaf toen mochten bekleden. Die positie kregen zij, maar het naleven van de wettelijke regels werd minder serieus genomen. En zo verworden steeds meer regels tot dode letters.Het lijkt mij dat menig ‘nieuwe’ politieke partij is opgericht vanwege onvrede over de slecht functionerende interne partijdemocratie in bestaande (traditionele) partijen. Helaas zien wij vaak dat wat de oprichters van ‘nieuwe’ politieke partijen veroordeelden in de partijen die zij verlieten, zich in even grote mate voordoet in hun eigen partijen.Het lijkt mij daarom wenselijk dat er een einde komt aan het oprichten van al die ‘nieuwe’ politieke partijen, door een toezichthoudend en controlerend orgaan in te stellen voor de politieke partijen. Een orgaan dat erop toeziet dat de interne partijdemocratie, zoals verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de partijen, wordt gehandhaafd.De Onafhankelijke Verkiezingsautoriteit zou deze taak op zich kunnen nemen. Dit orgaan zou uit meerdere kamers kunnen bestaan, waarvan één toezicht houdt op de ontwikkeling van en binnen politieke partijen. Dit zal hopelijk de noodzaak om steeds weer nieuwe partijen op te richten, aanzienlijk verkleinen.We zullen moeten hopen dat, als het zover komt, de politieke bonzen zichzelf en hun partijen ook daadwerkelijk willen onderwerpen aan controle. Er zijn namelijk mensen die alle politici, alle functionarissen, alle anderen willen controleren, maar geen controle van zichzelf dulden. Laat men weten dat bij een optimale democratie niemand de dans van controle mag ontspringen. Ook in de politiek geldt: preventie is beter dan curatie.– Hans Breeveld