De verkiezingen van 25 mei liggen achter ons, maar de beloften die toen zijn gedaan, zijn nog vers in het geheugen. Vernieuwing. Eerlijk bestuur. Corruptiebestrijding. “Wi o kenki a systema, omdat wan tra fasi de.” Korter en krachtiger kan je het niet zeggen. Maar nu, weken later, blijkt: de eerste stappen richting een nieuwe regering zetten geen inspirerende toon. De oude politieke cultuur is helaas nog springlevend.De gesprekken tussen de zes coalitiepartijen gingen niet over vernieuwing of visie. Ze gingen allereerst over het verdelen van de posten. Over wie wat krijgt. De verdeling van de politieke koek, niet de bouw van een nieuw fundament. We zien opnieuw dat de samenstelling van het kabinet weinig te maken heeft met competentie en alles met beloning en macht. Beloften en belangen zijn belangrijker dan bekwaamheid. Het zijn vooral loyalisten die beloond worden, of kandidaten die alsnog via opschuiven in De Nationale Assemblée belanden.De lijst van beoogde ministers wekt geen vertrouwen. Niet vanwege huidskleur, afkomst of partij, maar omdat velen staan voor het voortzetten van een systeem waarin vriendjespolitiek belangrijker is dan goed bestuur. En dat terwijl Suriname geen gebrek heeft aan capabele mensen – jongeren, vrouwen, professionals – die verandering wél kunnen dragen. De oude gezichten die niet uitblonken, zullen weer de dienst uitmaken. Suriname heeft leiders nodig die verbinden, hervormen en verantwoordelijkheid nemen. Niet mensen die aan stoelen plakken.De gekozen president, Jennifer Geerlings-Simons, sprak in aanloop naar haar verkiezing een taal die hoop gaf. Die haar het voordeel van de twijfel opleverde. Maar sinds de verkiezingen stapelen de waarschuwingssignalen zich op. Red flags die niet worden gezien, of erger: genegeerd. Dat schaadt niet alleen het te voeren beleid, maar ook het vertrouwen van burgers in de democratie.De politieke koehandel is begonnen. Eerst om de ministersposten, straks om de directeuren, raden van commissarissen en andere invloedrijke functies. Zo ontstaat een systeem waarin de wil van de partijtop zwaarder weegt dan de stem van het volk. Wat overblijft is een lege huls: een democratisch ritueel zonder democratische geest. Verkiezingen worden gehouden, ja. Maar meer als startschot voor verdeel- en heerspolitiek dan als fundament voor vernieuwing. Zolang politieke beloften geen juridische of morele waarde hebben, blijft democratie slechts een slogan.Wat ons te wachten staat, laat zich raden. Als al bij de start blijkt dat competentie ondergeschikt is aan partijbelangen, dan zal “Wi o kenki a system” verdampen nog voor de eerste minister is beëdigd. De oude cultuur, waarin kritische vragen worden gezien als verraad, ligt op de loer. Waakzaamheid is geen luxe; het is onze plicht. Als we blijven doen alsof dit normaal is, glijden we verder af. Dan wordt democratie geen vorm van bestuur, maar een toneelstuk waarvan iedereen de afloop al kent.In die ‘reset’ die de democratie nodig heeft, ligt de sleutel bij de nieuwe president. Ze moet de macht binnen de regering helder definiëren. Er bestaat in Suriname geen ‘regering van president en vicepresident’. Die constructie is strijdig met de Grondwet en ondermijnt de rechtsstaat. Hier mag het aankomende staatshoofd niet aan voorbijgaan. Als zij dat wél doet, dreigt het gevaar dat partijen en hun leiders de macht verder monopoliseren. Dan blijft onze democratie slechts op papier bestaan. En groeit een samenleving op met een verwrongen beeld van wat democratie werkelijk is.Om partijpolitieke redenen zal dit kabinet Simons-Rusland heten, want het moet de historische verzoening uitstralen tussen de NDP en de NPS. Maar een kabinet wordt vernoemd naar de eindverantwoordelijke, en dat is de president. In de democratie moeten zaken gezegd worden, want democratie sterft niet plotseling. Ze brokkelt af. Laag voor laag. Niet door één grote klap, maar door vele kleine concessies. Door weg te kijken. Door te zwijgen.En juist daarom moet het gezegd blijven worden: wie zwijgt, stemt toe. Wie alles normaal vindt, verliest het recht om te klagen als straks niets meer normaal is. Als we blijven doen alsof dit gewoon is, zal ook deze regering niet “het systeem” veranderen – maar erdoor opgeslokt worden. De vraag is dus niet alleen: wie bestuurt het land? De vraag is: wie durft het te bewaken?Maar laten we eerlijk zijn: er zal weer niets worden gedaan met de vele ontevreden gezichten, ook binnen de mammoetcoalitie. Want zolang wegkijken de norm blijft, wordt stilte medeplichtigheid.Wilfred Leeuwin(freelance journalist)
- Enige overlevende van crash in India begraaft broer, die oo…..
- Afreximbank investeert US$ 1,6 miljard in Staatsolie: grote…..
- Mexico plaatst zich voor kwartfinale Concacaf Gold Cup 2025..
- Column: Finishing touch..
- SEOGS 2025: bevolking zal snel vruchten plukken van oliewin…..
- BESCHOUWING — Hopen op gezamenlijke verantwoordelijkheid..
- Adhin vraagt samenleving geen wonderen te verwachten van ni…..
- ‘SRD heeft meer dan 95 procent van haar koopkracht verloren…..
- Jagesar: Geen belastingvoordelen voor Petronas en Paradise …..
- Politie houdt verdachte aan voor verduistering sieraden na …..
- Reactie op Tsang: Feiten verdraaien is geen leiderschap..
- OKB zal verkiezingen 2025 bindend verklaren..
- Sharon Balkaran: ‘We did it’..
- Volksgezondheid ondertekent overeenkomst voor digitale onde…..
- Toekomst Corantijnbrug onzeker door nasleep verkiezingen Su…..
- Cubaanse migratiestromen verschuiven: Guyana aantrekkelijk,…..
- Surinames Walker-1 bij wereldwijde top van olieboringen in …..
- John Brewster: ‘Mijn boek is bedoeld om de Surinamers wakke…..
- 160 poliklinieken op weg naar digitalisering..
- Vierde verdachte meldt zich in ripzaak Sun Parklaan..
- Verjaardagswens Venetiaan is dat Suriname stappen vooruit m…..