Clementia Eugene promoveert op innovatieve benadering kindermishandeling

Clementia Eugene is gepromoveerd in de Centrumkerk.

Clementia Eugene promoveerde onlangs op het onderwerp Reimagining Child Maltreatment: A Human Development Capability Approach. Zij verdedigde haar proefschrift met succes tijdens een openbare zitting in de Centrumkerk, de officiële aula van de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS).De studie richt zich op kindermishandeling in Aruba en analyseert de prevalentie ervan, evenals de implicaties voor de menselijke ontwikkeling van kinderen. Het onderzoek is gebaseerd op een rechtenbenadering in combinatie met de Human Development Capability Approach, ontwikkeld door Amartya Sen en Martha Nussbaum. Eugene laat zien hoe mishandeling het ontwikkelingsproces van kinderen beïnvloedt, door gebruik te maken van Nussbaums raamwerk van tien centrale vermogens. Deze vermogens leggen de nadruk op menselijke waardigheid, levenskwaliteit en rechtvaardigheid.De methodologie bestaat uit twee kwantitatieve enquêtes: een nationale schoolsurvey uit 2019 onder 895 kinderen (12–17 jaar), en een survey uit 2021 onder 98 professionals uit sectoren als gezondheid, justitie, onderwijs en sociale diensten. Deze laatste was gericht op het beoordelen van de effectiviteit van de zogenoemde Child Safety Code.De resultaten tonen een alarmerende prevalentie van kindermishandeling van 78,4%, waarbij fysiek misbruik het vaakst voorkomt en intrafamiliaal seksueel misbruik het minst. Van de kinderen viel 68,1% onder de categorie “lage poly-slachtoffers” – zij ervaren twee tot drie vormen van mishandeling. Kinderen uit eenoudergezinnen blijken vaker “hoge poly-slachtoffers” (vier of meer vormen van mishandeling), terwijl kinderen die bij beide ouders wonen vaker in de lage categorie vallen. Hoge poly-slachtoffers vertoonden significante tekorten in 9 van de 10 vermogens, vergeleken met enkelvoudige en lage poly-slachtoffers.Belangrijke risicofactoren zijn onder meer vrouwelijk geslacht, hogere leeftijd en een lage sociaaleconomische status. Opmerkelijk is dat fysiek misbruik binnen de Caribische cultuur veelal wordt genormaliseerd; ouders, opvoeders én kinderen zien het vaak als acceptabel. Hierdoor vervaagt de relatie met klassieke risicofactoren.De studie concludeert dat levenslange kindermishandeling negatieve effecten heeft op alle tien vermogens van Nussbaum, en dat bij jaarlijkse prevalentie acht vermogens worden aangetast. Dit betekent dat fundamentele aspecten van rechtvaardigheid, menselijke waardigheid en welzijn bij kinderen structureel worden ondermijnd.Als reactie op deze bevindingen werd de Child Safety Code ingevoerd. Professionals vinden de richtlijn relevant, maar wijzen op praktische uitdagingen bij implementatie: onder meer het herkennen van misbruik, het verkrijgen van collegiaal advies en het voeren van gesprekken met ouders en kinderen.De studie biedt aanknopingspunten om kindermishandeling te herdefiniëren binnen een breder kader van menselijke ontwikkeling in de kindertijd. Dit vormt een waardevolle aanvulling op traditionele biopsychosociale benaderingen. Professionals kunnen met behulp van deze inzichten vroegtijdige signalen beter herkennen en gerichter ingrijpen. Toepassing van Nussbaums benadering kan leiden tot vermogensgerichte beleidsvorming en programma’s op het gebied van kinderbescherming, preventie en interventie, met als doel de veiligheid en bloei van kinderen te bevorderen.Het proefschrift introduceert vier theoretische raamwerken:- een vermogensgericht kader voor de aanpak van kindermishandeling;- de ontwikkeling van een Caribbean Child Maltreatment Capability Index;- opname van kindermishandeling in de Human Development Index;- een Family Transitional Theory of Justice, die verklaart hoe mishandeling kan worden doorbroken tussen generaties.Deze voorstellen benadrukken het belang van een kindgerichte benadering in duurzame ontwikkelingsagenda’s, zowel lokaal als wereldwijd, en dragen bij aan het waarborgen van kinderrechten en welzijn in Aruba en daarbuiten.