Clementia Eugene promoveert op baanbrekend onderzoek naar kindermishandeling

door

Clementia Eugene verdedigde met succes haar proefschrift getiteld “Reimagining Child Maltreatment: A Human Development Capability Approach” tijdens een publieke zitting in de Centrumkerk, de officiële aula van de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS). Met haar promotie levert Eugene een waardevolle bijdrage aan de herdefiniëring van kindermishandeling, met een focus op de menselijke ontwikkeling en de rechten van kinderen, met specifieke aandacht voor Aruba. Dit vond plaats op 30 april 2025.

ADVERTENTIE

Eugenes onderzoek richt zich op de prevalentie van kindermishandeling in Aruba en onderzoekt de implicaties daarvan voor de menselijke ontwikkeling van kinderen. Het onderzoek is gebaseerd op een rechtenbenadering en de Human Development Capability Approach, ontwikkeld door de vooraanstaande wetenschappers Amartya Sen en Martha Nussbaum.
De studie onderzoekt hoe kindermishandeling de ontwikkeling van kinderen beïnvloedt. Hierbij wordt het raamwerk van Nussbaum gebruikt, met nadruk op waardigheid, levenskwaliteit en rechtvaardigheid. De studie bestaat uit twee kwantitatieve enquêtes: een nationale scholenenquête uit 2019 met 895 kinderen tussen de twaalf en zeventien jaar, en een enquête uit 2021 onder 98 professionals uit diverse sectoren (gezondheid, justitie, onderwijs en sociale diensten) om de effectiviteit van de Child Safety Code te beoordelen.
De bevindingen tonen een alarmerende prevalentie van kindermishandeling van 78,4 procent, met fysiek misbruik als meest voorkomende vorm en intrafamiliaal seksueel misbruik als minst voorkomende. Opvallend is dat 68,1 procent van de kinderen wordt geclassificeerd als “lage poly-slachtoffers”, wat betekent dat zij twee tot drie soorten mishandeling ervaren. Daarnaast blijkt dat kinderen uit eenoudergezinnen vaker in de categorie “hoge poly-slachtoffers” vallen, terwijl kinderen die met beide ouders leven vaak als “lage poly-slachtoffers” worden geclassificeerd.
De studie onthult dat hoge poly-slachtoffers significante tekorten vertoonden in negen van de tien vermogens vergeleken met enkelvoudige en lage poly-slachtoffers. Risicofactoren voor kindermishandeling omvatten onder andere vrouwelijk geslacht, hogere leeftijd en een lage economische status.
Een belangrijk onderdeel van het onderzoek is de normalisering van fysiek misbruik binnen de Caribische cultuur, waar fysiek geweld soms als acceptabel wordt beschouwd door zowel ouders als kinderen. Dit heeft invloed op de sociaaldemografische risicofactoren en maakt het moeilijker om kindermishandeling te herkennen.
Eugene concludeert dat levenslange kindermishandeling gevolgen heeft voor alle 10 van Nussbaums vermogens en voor acht vermogens in het geval van jaarlijkse prevalentie. Dit impliceert dat de vermogens van kinderen, die zijn gebaseerd op rechtvaardigheid en menselijke waardigheid, al op jonge leeftijd worden verstoord.
Als reactie op deze bevindingen werd de Child Safety Code geïntroduceerd, hoewel de implementatie ervan uitdagend blijkt, vooral bij het identificeren van misbruik en het communiceren met ouders en kinderen. De studie biedt mogelijkheden om kindermishandeling te herdefiniëren in een bredere context van menselijke ontwikkeling.
Eugene stelt vier theoretische kaders voor, waaronder een vermogensgericht kader voor kindermishandeling, de ontwikkeling van een Caribische Child Maltreatment Capability Index, de opname van kindermishandeling in de Human Development Index (HDI), en de oprichting van een Family Transitional Theory of Justice. Deze voorstellen benadrukken het belang van het centraal stellen van kinderen in duurzame ontwikkelingsagenda’s, zowel lokaal als wereldwijd, en dragen bij aan het bevorderen van hun veiligheid en welzijn in Aruba en daarbuiten.
Eugenes proefschrift biedt waardevolle inzichten die professionals in de zorg en het onderwijs kunnen helpen bij het herkennen van vroege waarschuwingssignalen en het effectiever ingrijpen bij kindermishandeling. Het werk opent nieuwe mogelijkheden voor beleidsvorming en interventies om de bescherming en ontwikkeling van kinderen te verbeteren in het Caribisch gebied.