Chan huilt en Jenny juicht

DE SNIJD / Armand Snijders

U zult wel begrijpen dat de kop boven deze aflevering lichtelijk overdreven is. Want doorgaans geven politici hun gevoelens niet prijs. Maar ik denk wel dat Chan momenteel inwendig onophoudelijk tranen met tuiten zal huilen en Jenny allerlei vreugdedansjes uitvoert na wat er sinds zondag de 25ste is gebeurd. Zelfs met ruim dertig jaar ervaring met de Surinaamse politiek, ben ik heel erg verrast over de hele snelle ontwikkelingen in de afgelopen verkiezingsweek.

Eerst was daar de uitslag. Dat de NDP en de VHP lange tijd nek aan nek lagen en bijna gelijk eindigden, had iedereen wel verwacht. Ook dat Ronnie met zijn Abop een behoorlijke duikeling zou maken en hij niet de honderdduizend stemmen zou halen, waar hij zelf op de berg van Mozes een openbaring over had gekregen. Dat konden ze vooraf zelfs in een fröbelklas op de vingertjes van tien handjes natellen. De NPS won in zetels wel iets, maar behoorlijk minder dan gedacht. En ging zelfs achteruit wat aantal stemmen betreft. De kleintjes bleven klein en de meeste nieuwe partijcombinaties visten achter het net, op A20 na dan.

“Het is het verhaal van hero to zero, iets wat je niemand gunt. Zelfs Chan niet”

Dat laatste is voor mij het bewijs dat de samenleving wel elke keer gilt dat ze een drastische verandering wil, maar als het puntje bij het paaltje komt in het stemhokje, voor de verstokte oude partijen wordt gekozen. Waarschijnlijk in ruil voor al het lekkers dat in de weken daarvoor is uitgedeeld. ‘Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet’, zei mijn moeder altijd, als een logische verandering er toch niet kwam. Het volk heeft uiteindelijk liever de politici die grotendeels worden worden en waar iedereen op kankert, dan nieuw bloed waarvan je niet weet wat je daar aan hebt en wat dat voor jou gaat doen.

En nu heeft tante Jenny alle partijen met zetels weten over te halen met de NDP een regering te vormen. Die heeft ze razendsnel een intentieverklaring laten tekenen, waarmee ze Chan verraste. NPS krijgt het vicepresidentschap, de rest van de buit is ook al verdeeld. Chan was ook met gesprekken bezig, maar was kennelijk niet doortastend genoeg en ving vooral bot. Hij was eigenlijk van plan om weer met Abop in zee te gaan, waarbij Ronnie opnieuw veepee mocht worden. Maar toen Jenny aan Ronnie vertelde dat ze al een meerderheid bij elkaar had geschraapt, koos de ‘gele’ voorzitter eieren voor zijn geld: hij stak Chan moeiteloos een mes in de rug en liep over. Zoals hij wel vaker heeft gedaan om in het machtscentrum te blijven.

Gregory onthulde dat voor Chan zelfs het presidentschap voor de NPS bespreekbaar was. Het geeft aan hoe wanhopig hij was om aan de macht te blijven. Maar daar trapte de ‘groene’ voorman niet in, die was in de afgelopen jaren al genoeg bedonderd. Dus Chan heeft alle reden om te huilen; hij wilde zó graag een tweede regeertermijn. Hopelijk is Mel er voor hem om zijn handje vast te houden en te troosten, anders moet hij zijn verdriet alleen gaan verwerken.

Het betekent zijn afscheid van de politieke top en alle aandacht die het presidentschap met zich meebracht en die hij vooral ook in overdreven mate zocht. Hij zal over ruim een maand ook niet meer in een colonne van zes auto’s, begeleid door tal van motoragenten, van hot naar her kunnen racen, in helikopters kunnen vliegen alsof dat niets kost en zich laten omgeven door een legertje veiligheidsmensen. Aannemende dat zijn beoogde opvolger tante Jenny iets meer met beide benen op de grond staat en zich bescheidener zal opstellen, scheelt dat de staatskas heel veel geld.

Chan zag daags vóór de verkiezingen de bui vermoedelijk al hangen en pleitte er onlangs voor dat “gewezen presidenten het land op een andere manier moeten dienen”. Dat was zeer opvallend en eigenlijk een teken aan de wand dat hij geen vertrouwen had in een goede afloop. Dus hij wilde vast een functie voor zichzelf garanderen, zoals hij dat ook vijf jaar heeft gedaan voor al zijn familie en vrienden. Maar waarschijnlijk rest slechts alleen het voorzitterschap van zijn gewonde olifant. Als zijn partijgenoten hem na de deceptie nog lusten tenminste.

Voor de rest kan Chan gaan zitten kniezen en zeer kritisch bij zichzelf te rade gaan hoe het zo fout heeft kunnen gaan. Om daar achter te komen, hoeft hij bijvoorbeeld alleen maar al mijn stukken – en van menig collega – te lezen van de afgelopen vijf jaar. Ik wilde hem die van mij  graag op verzoek toesturen. Maar hij was wars van kritiek en wilde niets aannemen omdat hij overtuigd …