CBvS hanteert behoedzaam beleid met valutareserves

De Centrale Bank van Suriname (CBvS) gaat al geruime tijd uiterst behoedzaam om met de beschikbare valutareserves. Er was zelfs een periode waarin de moederbank technisch failliet was. De monetaire autoriteit houdt de schuldpositie van Suriname scherp in de gaten en zegt lessen te hebben getrokken uit fouten uit het verleden.
Dat stelt Harry Dorinnie, directeur Monetaire Zaken en Economische Aangelegenheden bij de CBvS. Volgens hem heeft de bank de afgelopen vier jaar, binnen het IMF-programma en in haar vernieuwde structuur, geen valuta-interventies gepleegd. In een interview met Radio ABC geeft Dorinnie aan dat er in die periode ook geen rechtvaardiging was voor dergelijke interventies.
Dorinnie erkent dat de communicatie van de CBvS richting samenleving, met name in crisistijd, te wensen overlaat. “Daarin zullen we zaken anders moeten aanpakken,” zegt hij. Als voorbeeld noemt hij de wisselkoers die begon te bewegen zonder dat het publiek hierover werd geïnformeerd. Die informatie had volgens hem beter gedeeld moeten worden.
De directeur stelt dat Suriname drie momenten heeft gekend waarop de economie zware klappen kreeg en waarbij zowel het land als de Centrale Bank technisch failliet waren. “Dat mag zich niet herhalen,” benadrukt hij.
Verder geeft Dorinnie aan dat de monetaire reserves tijdens de financiële crisis tot een onaanvaardbaar niveau waren gedaald. In 2020 was de situatie volgens hem zo ernstig dat Suriname niet aan zijn betalingsverplichtingen kon voldoen. Hoewel de bruto reserve toen meer dan US$ 500 miljoen bedroeg, was daaruit US$ 270 miljoen specifiek bestemd voor schuldenaflossing. Netto hield het land dus nauwelijks valutareserves over, terwijl er volgens internationale normen voldoende moet zijn om ten minste drie maanden import te dekken.

...