Caribisch Gerechtshof neemt afscheid van president Saunders

door

PORT OF SPAIN — Het Caribisch Gerechtshof (CCJ) heeft een ceremoniële zitting gehouden om hofpresident Adrian Saunders formeel uit te zwaaien. In Queen’s Hall in Port of Spain, Trinidad en Tobago werd stilgestaan bij zijn opmerkelijke carrière als rechter en zijn periode als president van de rechtbank. Zijn termijn eindigt op 3 juli.

Door verschillende sprekers werd Saunders lof toegezwaaid wegens zijn bijdrages aan de ontwikkeling van de Caribische rechtspraak, zijn voortdurende inzet voor toegang tot het rechtssysteem en zijn transformerend leiderschap bij het CCJ. Ook werd stilgestaan bij zijn onverzettelijke inzet voor mensenrechten, juridische hervormingen en juridische scholing.

“Het nalatenschap van Adrian Saunders is gesmeed door werk en dialoog met anderen en het idee dat we veel hebben te winnen bij onze gezamenlijke wijsheid en ervaring”Professor Tracy Robinson

Nalatenschap

Winston Anderson, die Saunders na 3 juli opvolgt, merkte op dat die de eerste afgestudeerde van het Caribische rechtsonderwijssysteem is die als CCJ-president fungeerde. “Hij heeft een onwrikbare toewijding voor gerechtigheid en de rechtstaat getoond. Hij heeft constant gepleit voor rechterlijke hervorming en onderwijs. Hij heeft zich ook ten volle gegeven voor de juridische en intellectuele groei van het Caribische volk. Het is mijn eer en voorrecht om hulde te brengen aan een echte gentleman. Zijn tijd bij het CCJ is een erfenis die nog jaren zal voortduren”, aldus Anderson.

Professor Tracy Robinson van de University of the West Indies, prees Saunders als “één van de grote Caribische rechters van de 21ste eeuw en één van onze reuzen op het gebied van het constitutionele recht”. “Het is niet alleen wat hij heeft gezegd, het is wat hij heeft gedaan en hoe. Zijn nalatenschap is gesmeed door werk en dialoog met anderen en het idee dat we veel hebben te winnen bij onze gezamenlijke wijsheid en ervaring.”

(lees verder onder de )

Loftuitingen alom voor Adrian Saunders, die op 3 juli stopt als president van het Caribbean Court of Justice. [: caricom.org]

Mentor en vriend

In haar eerbetoon aan Saunders beschreef de Guyanese rechter Roxane George hem als “een jurist die de toegang tot rechtvaardigheid, mensenrechten en eerlijkheid heeft bevorderd en die een blijvende toewijding aan de hoogste normen van uitmuntendheid heeft getoond”.

Terwijl velen het hadden over de juridische bekwaamheid van Saunders, richtten enkelen zich ook op zijn leiderschap en liefde voor mensen. Rechter Ivor Archie van Trinidad en Tobago noemde hem “meer dan alleen een jurist”. “In elke zin van het woord toonde hij zich een bewaker van gerechtigheid, van principe en van mensen.” Sheldon Cambridge, die twintig jaar assistent is geweest van Saunders, beschreef hem als een mentor en een vriend.

Vertrouwen en zekerheid

Saunders zelf merkte op dat de ware mening van de Caricom over het CCJ niet tot uitdrukking komt door te kijken naar het aantal staten dat is toegetreden, maar eerder door de naleving van de vonnissen door de lidstaten. “Het CCJ is een internationale, geen nationale rechtbank”, benadrukte hij. “Onze enige manieren om naleving van onze uitspraken af te dwingen zijn het vertrouwen en de zekerheid die de regeringen en het volk van de regio in het hof stellen.”

Het CCJ werd op 16 april 2005 ingesteld in Port of Spain, Trinidad en Tobago en bestaat uit zeven rechters met Saunders tot 3 juli als hofpresident. Het CCJ is een internationale rechtbank met exclusieve rechtsbevoegdheid om de regels, zoals uiteengezet in het gewijzigde verdrag van Chaguaramas, te interpreteren en toe te passen en om geschillen die daaruit voortvloeien te beslechten. Alle twaalf lidstaten die tot de Caricom Single Market and Economy behoren (inclusief hun burgers, bedrijven en overheden) kunnen zaken aanhangig maken bij het CCJ om hun rechten, onder het gewijzigde verdrag van Chaguaramas, te beschermen.

De hogerberoepskamer van het CCJ is de de hoogste rechtbank van beroep voor straf- en civiele zaken voor landen in het Caribisch Gebied die hun nationale grondwetten wijzigen om het CCJ in staat te stellen die rol te vervullen. Momenteel hebben vijf staten – Barbados, Belize, Dominica, Guyana en Saint Lucia – toegang tot de beroepenkamer. Echter, door de overeenkomst tot oprichting van het CCJ te ondertekenen en te ratificeren, hebben de lidstaten van de Caricom hun toewijding getoond om het CCJ hun hoogste hof van beroep te maken.