Burgers vragen onmiddellijk ingrijpen bij de Esther Stichting

tekst Ivan Cairo

PARAMARIBO — Een aantal verontruste burgers en vertegenwoordigers van de bewoners hebben per brief de minister van Volksgezondheid gevraagd om onmiddellijk in te grijpen in de onhoudbare situatie bij de Esther Stichting. Het personeel van deze instelling is sinds maandag in staking en de bewoners zijn aan hun lot overgelaten. Naar verluidt is het personeel ontstemd omdat toelagen niet worden uitbetaald en zaken als beschikkingen niet in orde worden gemaakt.

“Sinds maandag verkeert de instelling in een ernstige crisis als gevolg van een staking van het verplegend personeel. Dit heeft ertoe geleid dat de bewoners – in het bijzonder de meest kwetsbaren die volledig afhankelijk zijn van zorg – vanaf 15.00 uur aan hun lot worden overgelaten. Dit is een schrijnende en mensonterende situatie die direct actie vereist”, schrijven Gloria Bottse en Joan Nibte, alsook de vertegenwoordigers van de bewoners van de stichting, James Codrington en Sergio Isselt, in de brief aan minister Amar Ramadhin.

Verantwoordelijkheid

De bezorgde burgers wijzen Ramadhin op de verantwoordelijkheid die hij als minister draagt om te zorgen voor burgers die in medische nood verkeren, zeker wanneer zij geheel afhankelijk zijn en niet in staat zijn voor zichzelf te zorgen. “Wij doen dan ook een dringend beroep op u om per direct in te grijpen en een structurele oplossing te realiseren. De bewoners van de Esther Stichting moeten de zorg en bescherming krijgen die zij verdienen en waar zij recht op hebben”, aldus een passage uit de brief waarvan een afschrift is gestuurd naar president Chandrikapersad Santokhi en minister Ines Pane van Sociale Zaken en Volkshuisvesting.

De briefschrijvers geven aan dat zij bij een recent bezoek aan de instelling hebben gezien hoe zieke en hulpbehoevende patiënten in ernstige nood zijn achtergelaten. “Wij verwachten dat uw ministerie met de hoogste urgentie een noodoplossing aandraagt om deze hartverscheurende situatie onmiddellijk te verlichten”. De bezorgde burgers rekenen op een snelle en concrete reactie van Ramadhin.

Mensonterend

Bottse, een van de briefschrijvers, was maandag en dinsdag bij de instelling. Ze geeft aan dat, omdat er geen personeel aanwezig was, vrijwilligers bewoners hebben verschoond en in bed geholpen. Ook zijn daar zeer onhygiënische toestanden aangetroffen. “Ik heb daar dus acht mensen helpen verschonen. Sommigen hadden niet eens een laken om zich te bedekken. Muskieten, open ramen, vieze ruimtes. Het is gewoon erg. Ik snap dat het verplegend personeel recht heeft op wat hun toekomt, maar we kunnen mensen niet zo achterlaten die in een hulpbehoevende toestand liggen tussen vieze lakens. Dat doe je niet als verpleegkundige. Dat doe je niet als bejaardenverzorger. Die mensen behoren geholpen te worden”, zegt Bottse, zelf gepensioneerd verpleegkundige en zorgwerker, aan de Ware Tijd.

Ze merkt op dat personen in de verzorgende beroepen meer liefde moeten tonen voor het vak en de cliënten. Ook merkt ze op dat Suriname zich heeft gecommitteerd aan internationale verdragen ten aanzien van mensenrechten, maar onvoldoende toeziet op naleving. “Dit is gewoon mensonterend, dit doe je niet. Deze mensen die hulpbehoevend zijn hebben recht op zorg”, stelt ze.