Brunswijk: “Wendy gaat nergens, Silos heeft het met de ABOP!”

door

De spanningen rondom Wendy Jap-A-Joe, ondervoorzitter van het Centraal Hoofdstembureau (CHS), nemen zichtbaar toe. Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft fel uitgehaald naar de beschuldigingen van Jennifer van Dijk-Silos, voorzitter van het Anti-Fraude Platform (AFP), die stelt dat Jap-A-Joe tijdens een partijcongres toegang zou hebben gehad tot het systeem van het CHS. Volgens Van Dijk-Silos zou dit kunnen wijzen op fraude of andere onregelmatigheden.
Brunswijk wijst de beschuldigingen resoluut van de hand en suggereert dat Van Dijk-Silos persoonlijke motieven heeft tegen de ABOP en tegen de Marron- en Inheemse bevolkingsgroepen, waar de partij veel draagvlak heeft.
Volgens de vicepresident zijn zowel het CHS als het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) samengesteld uit vertegenwoordigers van zowel coalitie- als oppositiepartijen. Als er werkelijk sprake zou zijn van fraude, zouden ook andere partijen daarvan melding maken, meent hij. Het uitblijven van dergelijke signalen ondermijnt volgens Brunswijk de geloofwaardigheid van de aantijgingen.
Hoewel hij aangaf geen juridische stappen tegen Van Dijk-Silos te zullen ondernemen wegens smaad of laster, sluit Brunswijk niet uit dat de ABOP dit wel zou kunnen overwegen.
De kritiek op Jap-A-Joe zwol dinsdag aan tijdens een gezamenlijke persconferentie van diverse politieke partijen die deelnemen aan de verkiezingen van 2025. In Residence Inn eisten onder meer de NDP, NPS, BEP, PL, VLS, PVC, A20 en DA’91 haar onmiddellijke aftreden.
Van Dijk-Silos was scherp in haar oordeel: “Dit is onacceptabel. Als Jap-A-Joe partijwerk wil doen, moet ze opdonderen.” Volgens haar is onvoorwaardelijke neutraliteit van CHS-leden essentieel om eerlijke verkiezingen te waarborgen.
Binnen de VHP gaan inmiddels geluiden op om Jap-A-Joe te bedanken, gezien de groeiende commotie rond haar persoon. De partij stelt dat er te veel onduidelijkheid heerst over de kandidaatstellingen, het schrappen van namen en fouten bij de indiening van kandidaten. Dit alles draagt volgens waarnemers bij aan een toenemende vertroebeling van het publieke vertrouwen in het verkiezingsproces.