Bronto Somohardjo daagt president Santokhi uit: “Bewijs in tien dagen dat u rechtvaardig bent”

Pertjajah Luhur-lijsttrekker Bronto Somohardjo heeft president Chan Santokhi publiekelijk opgeroepen om binnen tien dagen te bewijzen dat hij een rechtvaardige leider is. Tijdens een fel betoog op het Vaillantsplein hekelde Somohardjo het gebrek aan consequent beleid rondom integriteitskwesties binnen de regering.
Hij verwees naar zijn eigen tijdelijke terugtreden als minister van Binnenlandse Zaken, ondanks het ontbreken van bewijs tegen hem. “Ik ben gegaan uit gehoorzaamheid, uit liefde voor mijn land. Maar vandaag zien we ministers van Openbare Werken en Landbouw, Veeteelt en Visserij die midden in corruptieschandalen staan, gewoon aanblijven.”
Volgens Somohardjo meet de president met twee maten. “Waarom moest ik weg zonder bewijs, terwijl er bij OW en LVV miljoenenprojecten onder vuur liggen? Waarom beschermt u hen? Is het omdat zij de juiste achternaam dragen of omdat ze vrienden zijn met u?”
In een emotionele toespraak deelde Somohardjo ook een moment met een jonge vrouw die hem vroeg: “Wat moet je met een president die zegt van jongeren te houden, maar alleen macht liefheeft?” Deze uitspraak bleef hem bij.
Somohardjo junior beschuldigde Santokhi ervan de kant van zijn sponsors te kiezen in plaats van het volk. “U zegt dat u strijdt tegen corruptie, maar als het binnen uw eigen partij gebeurt, zwijgt u. Dat is geen leiderschap, dat is angstpolitiek,” stelde hij scherp.
Somohardjo benadrukte dat zijn oproep geen verzoek is tot ontslag van ministers, maar tot gelijke behandeling. “Ik wil geen koppen zien rollen. Ik wil alleen dat iedereen gelijk wordt behandeld. Wat voor mij gold, moet ook voor anderen gelden.”
Indien Santokhi binnen tien dagen geen actie onderneemt, zal Somohardjo stappen zetten. “Als u niets doet, accepteert u corruptie en discriminatie. Dan vraag ik aan onze minister bij TCT zijn portefeuille in te leveren. Wij zullen nooit deelnemen aan een regering die bevolkingsgroepen ongelijk behandelt.”
Hij riep op tot een strijd tegen onrecht. “Zolang ik adem, zal ik vechten tegen discriminatie. Suriname mag geen land van tweederangsburgers zijn. Deze strijd gaat niet tussen VHP en PL, maar tussen elite en volk, tussen waarheid en corruptie.”