Brede onvrede over president Santokhi drijft partijen in de armen van de NDP

Het politieke landschap in Suriname is na de verkiezingen ingrijpend aan het verschuiven. De NDP, onder aanvoering van Jennifer Geerlings-Simons, heeft op opmerkelijk snelle wijze een intentieverklaring weten te ondertekenen met meerdere politieke partijen. Deze geïnitieerde samenwerking, die tot voor kort ondenkbaar leek, lijkt niet voort te komen uit ideologische overeenstemming, maar uit een gedeeld ongenoegen over het functioneren van president Chan Santokhi.
Wat de ondertekenaars bindt, is een groeiend gevoel van onvrede over de manier waarop Santokhi de afgelopen jaren het land heeft bestuurd. Zijn stijl van leidinggeven wordt door velen als arrogant ervaren. Coalitiepartners voelen zich genegeerd, en zelfs goedbedoelde adviezen vanuit zijn eigen achterban en de diaspora lijken aan dovemansoren gericht. Waar sommigen nog vasthouden aan het Bouterse-syndroom, lijken de huidige leiders te beseffen dat men alleen samen verder kan.
De intentieverklaring van de NDP kan worden gezien als een strategisch politiek document, bedoeld om een alternatief machtsblok te vormen tegen de huidige regering. Het feit dat partijen met uiteenlopende achtergronden en belangen zich hierin verenigen, zegt veel over de diepte van de frustratie binnen de Surinaamse politiek.
Hoewel het nog te vroeg is om te zeggen of deze nieuwe alliantie standhoudt, is het duidelijk dat er een breuklijn is ontstaan binnen het politieke establishment. Wat de gevolgen zullen zijn voor de stabiliteit en de toekomstige koers van Suriname, zal de komende maanden moeten blijken.
Intussen groeit ook binnen de NPS het interne gemor. Partijleden spreken zich steeds openlijker uit tegen de samenwerking met de NDP, verwijzend naar het verleden van de partij en de morele consequenties van een dergelijk bondgenootschap. Zo sprak oud-president Ronald Venetiaan zijn diepe teleurstelling uit over de koers van de NPS onder leiding van partijvoorzitter Gregory Rusland, terwijl maatschappelijke organisaties als de Stichting 8 December 1982 eveneens hun afkeuring niet onder stoelen of banken steken.
De eerste belangrijke stap in het afronden van de verkiezingscyclus dient zich over enkele weken aan, wanneer De Nationale Assemblee bijeenkomt om een nieuwe voorzitter en vicevoorzitter te kiezen. De tweede, en wellicht meest bepalende stap, is de verkiezing van de president en vicepresident. Pas nadat deze posities zijn ingevuld, kan officieel gesproken worden van het einde van de verkiezingscyclus.
De komende weken zullen bepalend zijn. Niet alleen voor de vorming van een nieuwe regering, maar ook voor de geloofwaardigheid van de betrokken partijen. De intentieverklaring heeft de politieke kaarten opnieuw geschud – maar of dit nieuwe spel in het voordeel van Suriname zal uitpakken, blijft voorlopig onzeker.