Brandweerbond uit stevige kritiek op regering

door

De brand aan de Henck Arronstraat heeft diverse panden in de as gelegd.

De Bond Personeel Brandweer Suriname (BPBS) stelt dat het betreurenswaardig is dat het zover is gekomen dat de samenleving geconfronteerd is met een uitslaande brand aan de Henck Arronstraat. Vier panden zijn in de as gelegd. “Dit is het directe gevolg van het feit dat het Korps Brandweer Suriname
(KBS) niet serieus wordt genomen door de overheid, waardoor broodnodige
investeringen uitblijven”, zegt bondsvoorzitter Jöel Panka namens de bond in een open brief aan president Chan Santokhi. “Het is inmiddels bijna twaalf jaar geleden dat er één nieuw blusvoertuig is aangeschaft. In de daaropvolgende jaren zijn er slechts tweemaal tien tweedehands blusvoertuigen aangeschaft. Als vakbond bij het KBS zagen wij deze situatie aankomen en hebben wij, met alle ons ten dienste staande middelen, geprobeerd de overheid op andere gedachten te brengen. Dit heeft er onder andere toe geleid dat wij het werk gedeeltelijk hebben neergelegd en tot tweemaal toe bij de rechter zijn beland.In september 2024 heeft de BPBS een overeenkomst gesloten met de overheid, inclusief een tijdlijn. Tot op heden is hieraan echter geen invulling gegeven, met name op het gebied van materiële voorzieningen zoals nieuwe en gebruikte blusvoertuigen, beschermende kleding, schoeisel (voor de eigen veiligheid) en andere hulpmiddelen. Al jarenlang ontberen wij een ladderwagen of hoogwerker om bluswerkzaamheden effectief uit te kunnen voeren.Hoe ernstig het ook is – en één brand is altijd één te veel – moeten wij constateren dat dit alles het gevolg is van het uitblijven van tijdige investeringen door de overheid in het brandweerkorps. Als voorzitter heb ik met lede ogen moeten toezien hoe collega’s soms machteloos stonden, simpelweg omdat de randvoorwaarden om hun werk naar behoren uit te voeren, ontbreken.Wij hopen dat deze tragische gebeurtenis als een ernstige vingerwijzing wordt gezien en dat er nu eindelijk met voortvarendheid wordt overgegaan tot de aanschaf van de broodnodige middelen. De minister van Justitie en Politie, evenals de minister van Financiën en Planning, zijn reeds op de hoogte van deze urgente noden.”