‘Bouw een slavernijmuseum in Suriname’

Presentatie over slavernijmuseum Nederland legt behoefte bloot
Tekst en beeld Euritha Tjan A Way

PARAMARIBO — Zo hartstochtelijk als romanschrijfster en vertelkunstenaar Cynthia Mc Leod kan schrijven en vertellen klonk ook haar pleidooi dinsdagavond: “Zoveel geld voor een Nationaal Slavernijmuseum in Nederland? U vraagt ons om een bijdrage, om participatie daarin. Waarom niet een deel van het geld voor slavernijmusea in Suriname en op de Antillen. Dan zie je gelijk wat de mensen zelf belangrijk vinden en dan kun je van daaruit putten voor het Nationaal Slavernijmuseum in Nederland”. Haar voorstel wordt breed gedragen, want in de zaal van de Royal Ballroom van Torarica werd flink geklapt ter ondersteuning van dat idee.
De bijeenkomst was bedoeld om het plan voor de opzet van een Nationaal Slavernijmuseum in Amsterdam aan het grotere publiek te presenteren en om indien nodig bij te stellen. Van de groep bestaande uit wethouder van Amsterdam Touria Meliani, John Leerdam, Peggy Brandon en David Brandwagt als de drie kwartiermakers, waren Leerdam en Brandon in januari 2023 al in Suriname om de plannen te bespreken en om aan te horen wat de samenleving in Suriname zelf wilde hebben.

‘Hoewel we deze vraag ondersteunen en ook willen inzetten op partnerschappen is het niet mijn opdracht om hier een Nationaal Slavernijmuseum op te komen zetten’
John Leerdam
Hoewel het idee van Mc Leod grote bijval kreeg was Leerdam daar heel duidelijk in. “Hoewel we deze vraag ondersteunen en ook willen inzetten op partnerschappen is het niet mijn opdracht om hier een Nationaal Slavernijmuseum op te komen zetten. Wij zijn door het college van Amsterdam benoemd om een Nationaal Slavernijmuseum in Amsterdam neer te zetten”, gaf Leerdam als antwoord. Hij verwees naar de Surinaamse overheid en de Nederlandse ambassade die afspraken hebben lopen met de ministeries van Binnenlandse Zaken en van Onderwijs Wetenschap en Cultuur in Nederland omdat er sprake moet zijn van “en en”.
Weinig ruimte
Toch gaf Leerdam in gesprek met de krant aan dat hij ernaar snakt om iets meer te gaan doen in Suriname. “Ik voel en merk dat er in Suriname weinig ruimte is om met elkaar te praten over zaken. En dan niet alleen over slavernijverleden, maar ook over zaken als armoede, over de pijn van het verleden. Daarin zou ik graag een rol in willen spelen.” Leerdam vindt ook dat hij ontzettend veel inspirerende mensen heeft ontmoet in Suriname. “Zoals wat Marcel Pinas in Moengo doet. Het is fan-tas-tisch! Ook andere organisaties die inspirerend bezig zijn hebben we gesproken. Dus er zijn veel kaarsjes. Ze zijn misschien niet allemaal aan, maar de vraag is hoe krijg je ze aan en hoe hou je ze brandende.”Tijdens de bijeenkomst vertelde Leerdam dat hij verantwoordelijk is voor de maatschappelijke invulling van het museum, Brandon voor de museale invulling en Brandwagt voor de invulling van de locatie en het gebouw. “Dat komt op het Java-eiland in Nederland en het gebouw zal wel 10.000 vierkante meter in oppervlakte zijn”, meldde Brandwagt die ook aangaf dat er een internationale prijsvraag komt voor het ontwerp van het gebouw.
5000 mensen
Leerdam presenteerde ook wat er allemaal al is gebeurd in aanloop naar de opstelling van het plan. ”We hebben ruim 5000 mensen gesproken op meer dan zevenentwintig plekken over de hele wereld. Op al die locaties was het altijd vol en mensen participeerden altijd goed. De resultaten van die gesprekken hebben we allemaal opgeschreven en samengevat in een plan.”Helmut Gezius, richtingscoördinator Sociologie die ook aanwezig was bij de presentatie is niet onder de indruk van de 5000 gesprekken. “Want wie zijn dat en hoeveel van die gesprekken zijn met Surinamers geweest. Dit is de eerste keer dat ik ben gevraagd hier te zijn. Men heeft ons geen input laten geven nu. Men heeft ons gezegd wat ze gaan doen. Ik heb verder ook geen interactieve activiteiten gezien in Suriname zoals op de eilanden. En wij -Suriname- waren de grootste slavenkolonie van Nederland”, liet de wetenschapper zich misprijzend uit. Hij vindt dat het idee van Mc Leod een bredere ondersteuning behoeft.
Lokale kwartiermakers
Er werd ook gesuggereerd dat het misschien goed zou zijn om met lokale kwartiermakers in zee te gaan in plaats van alles vanuit een Nederlandse bril te willen regelen. “We willen niet met een Nederlandse bril kijken. We praten juist met de mensen om hun eigen invulling te geven aan het idee en we werken in Nederland met mensen die pas uit Suriname naar Nederland zijn gekomen”, klonk Brandon met haar karakteristieke kalme stem.
De minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, Henry Ori meldde dat Suriname uit eigen middelen wel een museum zal opzetten en dat er een lokaal team daarmee bezig is. “Weliswaar met een andere invalshoek. We …