Bouva: ‘Ik geloof niet in een ministerie van Diaspora’

Woensdag jongstleden vond de tweede vergadering van de Raad van Ministers van het kabinet Simons-Rusland plaats. Voor aanvang van de vergadering, werd minister Melvin Bouva van Buitenlandse Zaken en Internationale Samenwerking gevraagd, of er reeds gesprekken zijn gevoerd met John Brewster, voorzitter van het Diaspora Instituut Nederland, en of er verdere plannen zijn met de diaspora.
Minister Bouva zei: “U begint met een belangrijk aspect, een van de prioriteiten binnen het buitenlands beleid, waar ik ook in mijn eerste presentatie bij mijn aantreden op het ministerie gewag van heb gemaakt.”
Volgens de bewindsman vormen personen van Surinaamse afkomst, waar ter wereld zij zich ook bevinden, een belangrijk voordeel voor het beleid in Suriname. “Ze kunnen ons ondersteunen met kennis, met kapitaal, en met in feite alles wat zij kunnen bijdragen. We hebben een Diaspora Instituut dat ressorteert onder het ministerie. Sommige mensen, zeker vanuit de diaspora zelf, vragen en eisen om een ministerie van Diaspora. Ik geloof daar niet in. Waar ik wél in geloof, is de versterking van het Diaspora Instituut.”
Bouva verwees naar de diaspora summit die eerder heeft plaatsgevonden. “Vanuit die summit zijn er aanbevelingen gedaan. We willen handvatten aanreiken om uitvoering te geven aan die aanbevelingen, en daarom kijken we nu uit naar een strategisch plan.”
Bouva zei verder aan dat Surinamers wereldwijd zich in de toekomst meer verbonden zullen voelen met Suriname. “De tijd die voor ons ligt vraagt, dat van hen, meer dan ze dat tot nu toe hebben gehad. Want wat wij hier moeten doen, kunnen we niet uitsluitend met de mensen die we lokaal hebben. We hebben kennis nodig, capaciteit, geld en mensen die ons kunnen helpen. En zij zijn de diaspora, zij zullen de eersten zijn.”
Bouva benadrukte tot slot, dat er reeds contact is geweest met de heer Brewster, zowel telefonisch als persoonlijk. “Dat contact zal uitmonden in een formele ontmoeting”, aldus Bouva. “De afgelopen weken waren behoorlijk intensief. Ik ontmoette ambassadeurs in ons land, vertegenwoordigers van internationale organisaties en er waren intern afstemmingsmomenten binnen het ministerie zelf. Onder mijn verantwoordelijkheid vallen vier directoraten en twee instituten. Het was een reeks van kennismakingen, maar ook diepgaande gesprekken, om te horen waar we staan en hoe we verder gaan. De heer Brewster, is een van de personen, net als anderen, die op het juiste moment gehoord zal worden.”
The post Bouva: ‘Ik geloof niet in een ministerie van Diaspora’ ..

...