Bouva herhaalt oude belofte, maar Suriname blijft zonder visumvrij reizen

Minister Melvin Bouva van Buitenlandse Zaken, Internationale Handel en Internationale Samenwerking zoekt, in de geest van 50 jaar onafhankelijkheid, naar een symbolisch gebaar van Nederland: visumvrij reizen voor Surinamers. Maar symboliek telt niet in de Europese diplomatie.

Volgens buitenlandse experts draait alles om structurele hervormingen. Zonder harde bewijzen van vooruitgang op gebieden als drugsbestrijding, energietransitie, biodiversiteit en democratische rechtsstaat blijven de deuren dicht.

Ook in de periode van president Santokhi klonken beloftes, maar de resultaten bleven uit. Het beeld van een land dat retoriek belangrijker vindt dan concrete actie, is blijven hangen. “Diplomatie vraagt om geloofwaardigheid. Emoties of verjaardagen leveren dat niet op”, zegt een regionaal analist. 

Het feit dat er een conceptakkoord ligt voor diplomatieke en dienstpaspoorten wordt in Europese hoofdsteden gezien als een kleine stap, maar niet relevant voor de bevolking.

Verder blijft de schaduw van misbruik bestaan: eerdere gevallen waarbij families na visumverlening onderdoken, hebben het vertrouwen geschaad. Europa wil garanties dat dit niet opnieuw gebeurt. Voor Nederland is dat onmisbaar.

Suriname staat dus voor een keuze: doorgaan met dezelfde woorden, of eindelijk hervormen. Pas wanneer daden de retoriek ondersteunen, kan Den Haag bereid zijn concessies te doen. Anders blijft het verlangen naar visumvrij reizen een onhaalbare droom.

“Zolang de regering blijft vertrouwen op woorden in plaats van daden, zal visumvrij reizen voor Surinamers een symbool van gemiste kansen blijven – en geen werkelijkheid.”