Borderline, emotionele chaos en een huid vol littekens (5)

De borderline persoon lijkt aan de oppervlakte normaal, maar daaronder is ze ongeorganiseerd. Ze heeft woedeaanvallen die zo fel zijn als vuur en stemmingen die hobbelen over pieken en dalen. Ze raakt in angstige verwarring bij verlating en draait rond in een cirkel van verdriet en pijn.

Dit gedrag wordt vaker vastgesteld bij vrouwen dan bij mannen. Neem nou het geval dat zo iemand verlaten dreigt te worden door haar partner. Ze raakt dan in paniek, ontsteekt in razernij en doet verwoede pogingen om dat te voorkomen. Ze denkt dan automatisch dat zij ‘slecht’ is en wil een einde aan haar leven maken. Door dramatische stemmingswisselingen zijn haar relaties dun en breekbaar. Ze prijst je vandaag de hemel in, morgen boort ze je de grond in; het ene moment lacht ze uitbundig, het volgende moment huilt ze vreselijk. De stemming wisselt per dag, soms per uur. Je kan er geen touw aan vastknopen.

Zo iemand is in verwarring over wie ze is, wat ze wil, wat ze voelt, waar ze staat. Chaos heerst in haar leven. Als ze overspoeld wordt door emoties, wordt ze impulsief, geeft te veel geld uit, drinkt te veel alcohol, rijdt roekeloos of heeft onveilige seks. Bij afwijzing of verlating kan ze zichzelf pijn doen door in haar armen, buik of benen te snijden, krassen of branden. Dit verlicht tijdelijk de wanhoop en spanning. De littekens die zo ontstaan zijn de stille getuigen van schijnbaar ondraaglijke, onuitsprekelijke emoties of trauma’s. Soms dreigt ze er een einde aan te maken. Op deze manier probeert ze haar omgeving te controleren en te manipuleren. Maar een keer kan het raak zijn. Ongeveer tien procent van deze personen maakt een einde aan hun leven.

Borderline is een vage term voor hardnekkige emotionele ontregelingen. Het is een kwetsbaarheid. In stressvolle gebeurtenissen raakt zo iemand compleet de weg kwijt en kan daarom bij een specialist terechtkomen. Het eerste wat de specialist doet, is goed luisteren en duidelijke grenzen stellen om het chaotische, impulsieve gedrag in te dammen. Want zo iemand kan je kwellen met paniekoproepen of de voet tussen de deur zetten of de klink blijven vasthouden als je klaar bent met het gesprek. De specialist moet het razen en tieren en de crises van de persoon een beetje verdragen, maar tegelijkertijd de persoon confronteren met de gevolgen van haar gedrag. Meegaan en te veel toegeven heeft geen zin.  

In de behandeling kan de persoon veel irritatie veroorzaken, omdat er altijd chaos of onrust is in haar leven. Als ze haar zin niet krijgt, kan ze je verwijten maken en uitschelden. Als zielig doen niet helpt, kan haar stemming omslaan in een verlangen naar wraak, en als dat ook niet helpt, verandert het weer in een smeekbede, alsof er niets is gebeurd. Elke specialist heeft zijn of haar eigen grenzen in de omgang met zulke personen. Er zijn veel drop outs in de behandeling. Je moet heel neutraal en geduldig te werk gaan, niet veel praten maar doen, de persoon helpen om stap voor stap met frustraties om te gaan.

Bij zo iemand moet je het ijzer smeden als het ‘koud’ is, niet als de persoon heet is van woede, want dan voelt ze zich snel aangevallen. Ze is voortdurend bezig haar emoties en trauma’s in relaties met anderen uit te leven, zonder na te denken. Als ze voldoende is afgekoeld, reageert de specialist nuchter, “laten we eens kijken wat er hier gebeurt”, en maakt zaken bespreekbaar, helpt haar emotionele pijn of trauma in woorden te vatten, probeert haar gedrag te verbinden met gevoelens, zodat de persoon inzicht krijgt in haar boosheid en angstgevoelens. De persoon leert praten zonder te schreeuwen, en ook niet automatisch boosheid en angst om te zetten in drank, vreetbuien of destructieve acties.  

Ze wordt er altijd aan herinnerd dat ze zelf verantwoordelijk is voor het onder controle brengen van haar eigen onaangepaste gedrag. De bedoeling is dat ze een stabieler ego opbouwt en leert haar impulsen te beheersen en destructieve gevoelens te vervangen door woorden. De persoon moet beseffen dat juist de mensen die goed en zorgzaam zijn regels en beperkingen opleggen, terwijl degenen die alles toelaten verwaarlozend zijn. Bij een goede opvoeding horen beperkende maatregelen. Maar wat zo iemand het meeste helpt, is ouder worden. De heftige symptomen nemen af met de leeftijd.  

D. Balraadjsing