BOLO sportcomplex vernoemd naar oprichter Jules Ajodhia

Sportcomplex BOLO vernoemd naar ex-vicepresident Jules Ajodhia. (Foto: Kabinet van de President)

Het sportcomplex Buurtontwikkeling Leiding en Omgeving (BOLO) te Leiding 9 A is vernoemd naar wijlen ex-vicepresident Jules Rattankoemar Ajodhia. President Chan Santokhi had onthulde dinsdag het nieuwe naambord. De naam van de oud-politicus wordt met deze vernoeming door de
samenwerkende sportverenigingen vereeuwigd. Ajodhia komt deze eer toe
vanwege zijn onvermoeibare inzet en steun bij de totstandkoming van het
sportcomplex. Hij was van 1988 tot en met 1990 minister van
Justitie en Politie en twee termijnen vicepresident van Suriname, van
1991-1996 en 2000-2005. Hij was in 1995 tevens de oprichter van
stichting BOLO met het doel creëren van
ontspanning en recreatie voor de buurt Leiding 9A en omgeving. Ajodhia heeft een belangrijke bijdrage geleverd in de totstandkoming van projecten gericht op het recreatiever inrichten van het sportcomplex. Op grond van zijn enorme bijdrage, kon er gewerkt worden aan onder andere de bouw van een recreatiezaal, kleedkamers, toilettengroepen, verlichting voor het complex en een bar. “Hij was een hele grote steun en prominente figuur binnen de sportorganisaties”, zei Jumenia Somoredjo, vertegenwoordiger van St. BOLO en FC Perkash. Zij stond stil bij de ontstaansgeschiedenis van BOLO en de rol van Ajodhia in deze vereniging. Ex-vicepresident Ramdien Sardjoe benadrukte zijn vriendschap met Ajodhia en hun samenwerking als politieke collega’s. President Santokhi zei dat Ajodhia geëerd wordt voor het werk dat hij gedaan heeft voor land en volk. “We eren hem ook voor de betrokkenheid bij BOLO, voor de vriendschappelijke relatie met Vriendengroep Himmat en elke bijdrage die hij geleverd heeft, zodat wij vandaag hier kunnen zijn op een veld modern ingericht met een sterke organisatie. Met de vernoeming wordt Ajodhia vereeuwigd en zijn geest van gezelligheid, sportiviteit, creëren van verbindingen, stimuleren van velen om aan sport te doen, maar ook het ontwikkelen van de gemeenschapszin in de omgeving, zal voortleven.”