Bloeden voor ambtenaren

DE AMBTENARENBONDEN HEBBEN eerder deze week na zeer moeizame onderhandelingen met de regering een akkoord bereikt over de aanpassing van de lonen en andere arbeidsvoorwaarden. De salarissen worden met terugwerkende kracht per 1 juli 2024 met vijftien procent verhoogd en op 1 januari 2025 volgt een extra verhoging van vijf procent. Ook wordt een koopkrachtversterking van SRD 3.500 netto per 1 januari geïntegreerd in het salaris. De veiligheidsbonden hebben – na zo mogelijk lastiger onderhandelingen – eveneens overeenstemming bereikt.
Op zich is het positief dat alle partijen eruit zijn gekomen. Immers, vrijwel alle werknemers hebben het –mede door de ingrijpende maatregelen van de afgelopen vier jaar – loodzwaar en hebben de koopkracht drastisch zien afnemen. Dus elk beetje extra is mooi meegenomen, ook al is het slechts een pleister op de wonde. Want anders dan de regering steeds beweert, is het Surinaamse volk nog lang niet uit de crisis.

President Chandrikapersad Santokhi zal niet schromen om iedereen het vel nogmaals over de oren te trekken om de ambtenaren én het IMF tevreden te houden

De verhogingen kosten de staatskas dit jaar echter SRD 835 miljoen extra en zullen in 2025 zelfs SRD 2,5 miljard bedragen. Dat is eigenlijk geld dat het land niet heeft.
De regering heeft ingestemd met de loonsverhogingen zonder voorafgaande goedkeuring van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), waar het bij aan de leiband loopt. Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning verwacht echter geen problemen vanuit Washington omdat de verhoging binnen de begroting valt. Volgens hem is het financieel wel haalbaar. “De benodigde middelen zullen via belastinginkomsten worden verzameld.” Ofwel: de kosten van de loonsverhoging zullen – zoals zo vaak – door de samenleving moeten worden opgehoest.
Het probleem is dat deze regering er onvoldoende aan heeft gewerkt om extra belastinginkomsten te halen waar deze bij wijze van spreken voor het oprapen liggen, zoals de goudsector en de douane. In de goud-business zijn de belangen van vooraanstaande figuren – inclusief de vicepresident – te groot om extra te innen. En bij de douane in de haven tiert de corruptie welig, waar tal van toch al stinkend rijke ondernemers van profiteren.
Ruim drie jaar geleden becijferde toenmalig minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning dat het land daardoor op jaarbasis minimaal honderd miljoen US dollars misloopt. Toch heeft de regering nog helemaal niets gedaan om de corruptieve praktijken aan te pakken en de inkomsten te vergroten, omdat dit tegen het verkeerde been zal zijn van de invloedrijke en vaak zelfs bevriende ondernemers.
Dus de rekening voor de salarisverhogingen van de landsdienaren en andere ‘strategische’ groepen zal uiteindelijk weer door de toch al uitgeknepen samenleving moeten worden opgehoest. De recent verhoogde government take op brandstof was alvast een voorproefje van wat we nog kunnen verwachten.
President Chandrikapersad Santokhi zal niet schromen om iedereen het vel nogmaals over de oren te trekken om de ambtenaren én het IMF tevreden te houden. Want beiden heeft hij de komende maanden hard nodig om zonder al teveel tegenstand de verkiezingen van 2025 tegemoet te gaan. Als de samenleving moet bloeden om de landsdienaren te betalen, dan moet dat maar.