Bezoek Santo Boma

WAARNEMEND PRESIDENT RONNIE Brunswijk heeft de strafinrichting te Santo Boma bezocht en volgens een bericht van het Directoraat Volkscommunicatie gezien dat daar sprake is van een ‘erbarmelijke situatie’. Niet alleen schort het aan voorzieningen voor gedetineerden die er werken in het kader van resocialisatie, ook de infrastructuur, zoals technische ruimten, is aan verbetering toe. Leden van het Korps Penitentiaire Ambtenaren hebben hun noden aan de waarnemend president voorgelegd.
Een opvallend besluit van Brunswijk was om drie veroordeelden van de Decembermoorden die zijn opgenomen in de ziekenboeg te bezoeken. Volgens de officiële berichtgeving heeft hij ‘notitie genomen’ van de gezondheidstoestand van Benny Brondenstein, Stephanus Dendoe en Ernst Gefferie. Hiermee heeft hij een precedent geschapen, want waarom heeft hij niet andere gevangenen bezocht.

Bij de voorbereiding van het bezoek had de waarnemend president zich toch moeten hebben gerealiseerd dat zijn bezoek aan de drie gevangenen als een dolksteek zou kunnen worden ervaren

Bovendien heeft hij zich prominent laten graferen met het drietal, terwijl het protocol van het gevangeniswezen is dat gevangenen niet mogen worden gegrafeerd, althans niet zodanig dat ze herkenbaar zijn. Dat moet hij toch weten. En waarom heeft de leiding hem daar niet op gewezen? Hoewel niet kan en mag worden geoordeeld over iemands gezondheidstoestand, is het publieksgeheim dat arrestanten en gevangenen die maatschappelijk of politiek hoog staan aangeschreven in de ziekenboeg of het ziekenhuis worden ondergebracht tijdens hun detentie.
De kwestie-Decembermoorden ligt al sinds 1982 gevoelig in de samenleving en het is bekend hoe nabestaanden gebukt zijn gegaan onder wat hun geliefden is overkomen en over het langgerekte strafproces. Bij de voorbereiding van het bezoek had de waarnemend president zich toch moeten hebben gerealiseerd hoe gevoelig deze kwestie nu nog ligt en dat zijn bezoek aan de drie gevangenen als een dolksteek zou kunnen worden ervaren.
Het valt op dat Brunswijk zijn bezoek heeft afgelegd, terwijl president Chandrikapersad Santokhi in het buitenland is. Over het waarom van dit moment kan alleen worden gegist. Hij heeft ter plaatse telefonisch contact gemaakt met de minister van Justitie en Politie en hem gevraagd ervoor te zorgen dat de klachten worden opgeheven. Het is gebruikelijk dat als het staatshoofd ergens naar toe gaat in eigen land hij de verantwoordelijke minister(s) meeneemt. Het zou Brunswijk sieren als hij dat ook had gedaan door de minister van Justitie en Politie, nota bene zijn partijgenoot Kenneth Amoksi, mee te nemen naar Santo Boma.
De waarnemend president heeft, ook in zijn hoedanigheid van vicepresident, eerder de werkwijze gehanteerd om bijvoorbeeld tijdens een demonstratie of gesprek een minister te bellen voor het oplossen van een probleem. Zo een minister wordt door zijn ‘baas’ hierdoor in verlegenheid gebracht en doet blindelings toezeggingen. Het gaat vrijwel altijd om een minister van Abop, de partij van de waarnemend president/vicepresident en het ligt voor de hand dat zij zeker niet tegen hem zullen ingaan.
Een toezegging die Brunswijk heeft gedaan bij zijn bezoek aan Santo Boma is dat hij iemand zal inzetten om het sportveld, dat onder hoog wied staat, schoon te maken. Waarom deze financiële uitgave, terwijl gevangenen worden ingezet om buiten de gevangenismuren schoonmaakwerk te doen. Het initiatief van Brunswijk is weer een extra onkostenpost voor de regering, want uit eigen zak zal hij dit waarschijnlijk niet betalen. De krant kijken ernaar uit of ook de andere gevangenissen presidentieel bezoek zullen krijgen.